Anthony van Dyck en zijn vijftig tinten bruin
In de serie ‘kleuren vernoemd naar een kunstenaar’ is het de beurt aan Van Dyck bruin. Deze kleur heeft een vast plekje in mijn aquareldoos omdat hij lekker donker is. Hoewel Anthony van Dyck (1599-1641) al tijdens zijn leven werd bewonderd vanwege zijn levendige gebruik van bruine tinten, ontstond de naam Van Dyck bruin pas in de negentiende eeuw. Het verband tussen Van Dyck en de kleur op mijn palet is klein.
Wie was Anthony van Dyck?
Antoon van Dyck groeide op in Antwerpen en ging als tienjarig jongetje eerst een paar jaar in dienst bij Hendrik van Balen voordat hij bij het meest vooraanstaande atelier van de stad mocht komen werken: dat van Rubens. Daar leerde hij niet alleen nog beter schilderen, maar ook zaken doen en netwerken. Hij reist naar Italië en blijft daar een paar jaar plakken. Als ik zo zijn biografie op Wikipedia lees, moet het een charmante man geweest zijn, die zich thuis voelde in wereld van de rijken.
Wanneer hij – op uitnodiging van de nieuwe Engelse koning Charles I – naar Engeland vertrekt, wordt hij snel een veelgevraagde portrettist. Hij schilderde de koninklijke familie, de hofhouding en iedereen die het zich kon veroorloven. De vraag naar zijn portretten is zo groot, dat hij zelf alleen nog maar de gezichten schilderde en de rest aan zijn leerlingen over liet (dus ook de beroemde bruine achtergronden).
Als ik nu naar zijn portretten kijk, vind ik ze ook allemaal een beetje op elkaar lijken. Mensen met hun mooiste kleding aan, vaak ten voeten uit geportretteerd, de achtergrond is bijna altijd een heel scala aan bruintinten. Ik weet nog dat er tijdens mijn studie altijd een beetje laatdunkend over Van Dyck gedaan werd. Rubens was het origineel en dan had je Van Dyck, de broodschilder. Wel een hele goede, maar toch.
Ergens rond 1830 heeft Winsor & Newton Van Dyck bruin aan haar assortiment toegevoegd. (Valt het jullie ook op dat de verfmengers van Winsor & Newton een grote rol spelen in het vastleggen van kleurennamen?) In Groot-Brittannië is Van Dyck eigenlijk altijd een grootheid gebleven (waarschijnlijk groot vertegenwoordigd in allerlei collecties). Hij had in de negentiende eeuw nog steeds een grote invloed op de portretkunst, dus dat ze een bruin naar hem hebben vernoemd is helemaal niet zo vreemd. Van Dyck roze was veel vreemder geweest 😉
De bruine gloed van het verleden
De tijd waarin het Van Dyck bruin zijn naam krijgt, kenmerkt zich door een romantische hang naar het verleden. Het is de tijd waarin naties ontstaan en er een historisch besef ontstaat van een gezamenlijke geschiedenis. Hier in Nederland werd daardoor de ‘Gouden Eeuw’ (wat toen werd gezien als de glorietijd van Nederland) een hype, met Rembrandt als uithangbord.
Uit allerlei hoeken en gaten kwamen werken van de kunstenaars uit de zeventiende eeuw weer tevoorschijn. Deze werken waren vaak donker van kleur. Aan de ene kant omdat ze geschilderd zijn in een tijd waarin kunstenaars bezig waren met licht en donkerwerking, maar aan de andere kant was het werk ook vaak ‘verdonkerd’ doordat ze eeuwenlang aan rook, roet en ander vuil blootgesteld waren.
We weten dat er een grote waardering gevoeld werd voor juist de donkere portretten van Rembrandt en ook voor het bruin van Van Dyck. Waarom is niet helemaal duidelijk. Het is moeilijk om me te verplaatsen in het hoofd van een negentiende-eeuwer, die een heel ander referentiekader moet hebben gehad dan dat ik nu zelf heb.
Misschien wisten ze niet meer – of beseften ze niet – dat er onder veel van dat bruin uitgeslagen vernis een veel kleurrijker werk verscholen zat. Of misschien zorgde het voor een soort waas tussen de kijker en de voorstelling. Het lijkt alsof je door een vuil raam in het verleden kunt kijken. Ik stel me zo voor dat het voor hen hetzelfde effect heeft, als een sepia foto met verkleurde randen voor mij heeft. Het zorgt voor een soort zachte glans aan het verleden.
Keuls bruin
In de tijd van Van Dyck en Rembrandt stond Van Dyck bruin bekend als Keuls of Kassels bruin. Het werd gemaakt van turf uit de streek. Er zat veel organisch materiaal in, wat invloed heeft op de kleur. “It mostly contains decomposed organic vegetable matter in the form of lignite or peat, accompanied by a small amount of inorganic manganese-oxide.”
Ik lees dat Van Dyck zelf Kasselse aarde – vaak in combinatie met loodwit en houtskool – in de schaduwen en in zijn onderlagen gebruikte. Maar hij verwerkte ook andere aardepigmenten in zijn schilderijen. Kassels bruin schijnt ook teruggevonden te zijn in de transparante glaceerlagen, waarmee hij zijn schaduwpartijen nog rijker van schakeringen maakte. Soms mixte hij er dan nog wat gele pigmenten door.
Een andere bron zegt dat helemaal niet is aangetoond of Van Dyck echt Kassels bruin gebruikte. Navraag leert dat het ook erg lastig is om aan te tonen dat de aarde pigmenten van Van Dyck daadwerkelijk Kassels bruin waren of misschien toch niet. Het is een moeilijk te identificeren pigment. Wat kenmerkt de precieze samenstelling van Kassels bruin en wanneer zijn het aardepigmenten uit een ander gebied?
In de negentiende eeuw is de samenstelling van het pigment veranderd. Waar eerst turf de bron vormde, wordt dat nu bruinkool, dat op grote schaal gewonnen werd rond Kassel. Het pigment bestaat nu uit pyrolusiet, goethiet en/of ligniet. In de twintigste eeuw verandert de verf weer van samenstelling. Het wordt nu een menging van lampezwart met gebrande bruine ijzeroxiden. Dat vlekt veel minder dan het origineel. Deze veranderde ingrediënten brengt mijn tube Van Dyck bruin nog verder van de meester portretschilder af.
Van Dyck bruin gebruiken
Speciaal voor dit blog heb ik mijn Van Dyck bruin (Winsor & newton aquarel) gemengd met verschillende kleuren geel, blauw en rood uit mijn aquarelpalet. Je hoeft maar een heel klein beetje bruin toe te voegen om de kleur donkerder en matter te maken. De kleuren worden heel snel grijs. Maar wel een heleboel verschillende tinten grijs. Vooral in combinatie met blauw, vind ik de grijzen echt best mooi. Die ga ik misschien wel vaker inzetten.
Omdat overal staat dat het vooral een goede kleur is om met te glaceren heb ik dat ook nog even uitgeprobeerd. De kleuren blijven nu helderder, maar worden een toontje doffer. Ik ben niet zo goed in glaceren en vraag me ook nu dan gelijk af, of we hier wel iets uit kunnen concluderen. Ik heb ik te veel water gebruikt, want de verf loopt een beetje uit.
Heb jij zelf een voorkeur voor Van Dyck bruin en wil je ervaringen met me delen, laat dan een reactie achter onder dit blog.
Check verder de vorige blogs in deze serie en ontdek de kunstenaars achter Peynes Grey, Hookers Green, Yves Klein Blauw (IKB) en Davy’s Grey.
Bijschrift:
Anthony van Dyck, Portret van een jonge vrouw (studie), olieverf op doek, 1618-1620, The Metropolitan, New York