les,  mind,  NAU,  ruimtelijk

Terugkijken op een jaar les in ruimtelijk

De vijf lessen ruimtelijk bij de NAU zitten er alweer op. Vreemd idee, maar realiteit. Het was een vak waar ik geen verwachtingen van had. In mijn poging om niet te veel kanten op te dwarrelen heb ik al in een vroeg stadium het 3D werk afgehouden en ik was van plan dat zo te houden. Maar na de lessen van het afgelopen jaar weet ik dat niet meer zo zeker. Ik heb ervan genoten.

We hebben de afgelopen maanden geleerd hoe je vormen aan elkaar kunt maken en dat de manier waarop je dat doet effect heeft op de uitstraling van je object (met nietjes of zichtbaar plastic geeft een heel ander effect dan weggewerkte naden). Maar ook hoe ze verschillende elementen zich tot elkaar verhouden (denk aan stutten, balanceren, omhullen etc) en wat contrast in sculptuur kan betekenen.

Daarnaast gingen de lessen ook over meer algemene aspecten die bij het maakproces horen. Hoe begin je? Hoe laat je een idee ontstaan? Denk aan dingen uitproberen, dingen laten ontstaan door er mee bezig te zijn, selecteren, kiezen en daarna door-ontwikkelen. Onze docente wees er ook zeer regelmatig op dat een kunstwerk voor zichzelf moet kunnen spreken.

Hieronder een aantal bevindingen op het gebied van ‘ruimtelijk’, die nu bij mij leven. Zeer waarschijnlijk komt er later nog wel wat bij want soms kun je pas veel later zien wat een les je gebracht heeft. Maar deze vier punten wil ik jullie vast meegeven.

Ik ben ECHT NIET handig

Wat heb ik zitten vloeken (intern) tijdens deze lessen. Het lukt me bijna nooit om een stuk karton netjes te knippen. Er komen altijd van die zichtbare knip sporen én het is altijd veel schever dan ik had verwacht. Ik knip ook vaak het verkeerde stuk ergens af of ik niet iets achterstevoren vast. Zelfs als ik van te voren bedenk hoe ik iets ga inpakken, komen de geplakte stukken aan de verkeerde kant van mijn vorm terecht. Meer dan ernstig irritant!

Dit heeft me vooral bij het werken met karton parten gespeeld. Ik merk dat ik het dan ook echt niet leuk vind. Ik zie om mij heen mensen allemaal interessante constructies verzinnen en elementen moeiteloos aan elkaar maken en ik denk alleen maar: hoe dan! Dit zit blijkbaar echt niet in mij. Ik kan het in mijn huis niet overzien en ik kan het ook niet in het klein. Dat ik in de toekomst hier iets mee zal gaan doen, zal me echt verbazen. Maar…

Je hoeft niet handig te zijn om iets ruimtelijks te maken

De afgelopen les moesten we een stad bouwen. Dat bouwen heeft me een tijdje afgeschrikt (zie punt hierboven), tot ik besefte dat ik ook bestaande objecten kan gebruiken. Je hoeft niet van alles aan elkaar vast te maken, je kunt ook voorwerpen bij elkaar zoeken en die op een bepaalde manier opstapelen. Op deze manier kun je ook iets ruimtelijks maken. In de voorbeelden die we tijdens deze les zag, deden best veel kunstenaars dat. Hiervoor heb je hele andere kwaliteiten nodig. Je moet een verzamelaar zijn (check), verhalen zien in bestaande dingen (check) en die op een interessante manier bij elkaar kunnen arrangeren (check), geduldig (check) en volhardend (check).

ALLE bestaande dingen kun je gebruiken om je verhaal te verbeelden. Dit geeft een heleboel mogelijkheden, waar ik me nog niet eerder voor open gesteld heb. En dat vind ik mind-blowing. Wat een hoeveelheid nieuwe mogelijkheden! Ik kan me eigenlijk goed voorstellen dat ik op deze manier iets interessants kan maken (bij een passend idee).  Ik zie meerdere mensen in mijn omgeving nu hun handen voor hun ogen slaan, want die zien me nu nog meer ‘troep’ (hun beschrijving) mijn huis in slepen onder het mom van ‘alles voor de kunst’ 😉

Meer oog voor de verschillende kanten van een kunstwerk

Ik weet niet of jullie mijn blog over het boetseren nog kunnen herinneren. Daarin was één van de lessen dat een sculptuur meer is dan alleen de voorkant: alle kanten zijn belangrijk (inclusief de boven- én de onderkant). Bij het bouwen van de stad merkte ik dat ik al bijna automatisch steeds rondom aan het lopen was en vanuit het midden verschillende kanten op probeerde te bouwen (vooruitgang).

Wanneer je een tekening of een schilderij maakt is er meestal maar één kant vanaf waar het de bedoeling is om te kijken. Maar ook hier kun je spelen met de ruimte, door bijvoorbeeld doorzichtig papier te nemen en het werk iets van de muur te hangen. Ook een werk op een plat vlak kan meer zijn dan alleen maar een voorkant. Alleen al meer besef van ruimte en bewust keuzes te maken in je werk en of je al dan niet die diepte ook wilt verbeelden is winst.

Een verruimde blik

Ik denk dat dat sowieso iets is, wat deze lessen me hebben opgeleverd: een ruimere blik. Kunst is zoveel meer dan alleen het schilderij, olieverf of acryl op doek. Als kunsthistoricus zou ik dat moeten weten en ergens weet ik het ook wel, maar voor mezelf heb ik de neiging om wat ik maak weer te beperken tot het platte vlak en (voornamelijk) verf. Ergens zit er een groef in mijn langspeelplaat die schilderijen bovenaan de top van de kunstpiramide zet. In de traditie van Caravaggio, Velasquez, Rembrandt, langs de impressionisten via Van Gogh naar Matisse, Modigliani en Picasso. Maar er is zoveel meer!

Ik schrijf hier vaak over kiezen en beperken, zodat je op een bepaald onderwerp of een techniek meer de diepte in kan gaan. Ik probeer me te beperken in mijn uitingen om zo tot een diepere uitdrukking te komen. En ik denk dat daar ook veel voor te zeggen is. Maar tegelijkertijd nu is ook het moment om van alles uit te proberen. De eerste twee jaren van de NAU zijn daarvoor bedoeld. Experimenteer, probeer dingen uit, kijk buiten je eigen vaste denkpatronen naar wat er nog meer in de (kunst)wereld te vinden is. Dat zou ik meer kunnen doen.  

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *