inspiratie,  kunstgeschiedenis,  lezen,  mind

Verdwaald tussen de definities van schoonheid

Afgelopen zaterdag had ik weer leesclub. Het boek dat we bespraken –  Over schoonheid van Zadie Smith – gaf voldoende stof tot nadenken. Wat is eigenlijk schoonheid? En wie bepaalt dat? Vinden we allemaal hetzelfde mooi? En is ‘mooi’ vinden hetzelfde als schoonheid?

Tijdens de voorbereiding verdronk ik al snel tussen alle informatie die er te vinden is over schoonheid. Je hebt cultureel bepaalde schoonheidsidealen, die per bevolkingsgroep en per leeftijd kunnen veranderen. Je hebt de Westerse filosofie waarin de vraag ‘wat is mooi’ één van de drie belangrijke vragen is. Je hebt een bak vol sociologen, psychologen en reclamemakers die onderzoek doen naar onze voorkeuren. Mooie mensen worden eerder geloofd en ze maken meer kans op een goede baan. Ze hebben vaak meer vrienden en verdienen meer geld. Veel te veel keuze voor één leesclubbijeenkomst en ook voor één blog.

Het woord dat het meeste terugkomt in al die bronnen is het woord ‘symmetrie’. Er blijken wel overeenkomsten te zitten in wat mooi gevonden wordt en het sleutelwoord daarbij lijkt symmetrie te zij. Wat we aantrekkelijk vinden blijkt ook (weer) te maken te hebben met voortplanting, zo lees ik in Psychologie magazine. Iemand die er gezond uitziet, met helder oogwit en een symmetrisch gezicht. Hoe symmetrischer hoe gezonder blijkbaar…  Een gezicht, opgebouwd uit verschillende gezichten – waardoor het steeds meer een gemiddelde wordt –  blijken mensen aantrekkelijk te vinden.

Plato en het ideaal

Schoonheid of ‘mooi’: voor mij betekenen die twee iets anders. Ik zie schoonheid als een soort door cultuur en conventies ontstaan begrip, waar ‘mooi’ meer een mening is. Ik vind persoonlijk iets mooi, terwijl schoonheid iets is wat iedereen gemiddeld vindt. Als ik het in de Van Dale opzoek, is het woordenboek het niet met mij eens. Schoonheid, beschrijven ze, is de eigenschap mooi te zijn. En bij mooi staat: ‘het oog strelend; aangename gewaarwordingen teweegbrengend; = schoon: een mooi schilderij, mooie muziek; niet moeders mooiste zijn, lelijk’.

Het begrip schoonheid speelt in de westerse cultuur een belangrijke rol. Veel begint bij Plato en dat lijkt met schoonheid ook zo te zijn. Plato zag de wereld waarin wij leven als een wat krakkemikkige versie van de ideale wereld, de Kosmos. Die ideale wereld verbeelden brengt schoonheid. En verbonden met de Kosmos, wordt dit idee van schoonheid een ‘objectief’ gegeven. In de Kosmos is er geen chaos, maar heerst er evenwicht en balans. Schoonheid wordt bepaald door symmetrie en maat, eenvoud en regelmaat en de verhoudingen tussen bepaalde dingen. Een mooie wereld betekent een ordelijke wereld.

Een klassieke kunstenaarsanekdote is die over de schilderwedstrijd tussen Zeuxis en Parrhasios. Toen ze klaar waren liet Zeuxis zijn schilderij van druiven zien. Die waren zo realistisch geschilderd dat de vogels erop af vlogen. Zeuxis dacht dat hij gewonnen had en riep opgewonden dat Parrhasios het gordijn voor zijn werk kon wegtrekken om daarna zijn lot als verliezer te aanvaarden. Maar het gordijn bleek ook geschilderd. Zeuxis moest toegeven dat zijn collega had gewonnen. Die had immers zelfs hèm weten te foppen.

Dit gepoch over echter dan echt was aan Plato niet besteed. Als je een kopie van de werkelijkheid wilt maken, kun je gewoon een spiegel kopen (of tegenwoordig een foto maken). Hij vond dat we naar het hogere moeten streven in plaats van het bestaande te herhalen. Als Plato het dus over schoonheid heeft, verwijst hij naar een hogere ideale schoonheid, een bovenmenselijk ideaal. Een idee dat tot ver in de negentiende eeuw van belang gebleven is in de kunst.

Mijn leesclubgenoten zagen schoonheid juist in kleine dingen, in een klein gebaar, in de manier waarop mensen met elkaar omgaan: in echtheid en oprechtheid. ‘Hoe langer je iemand kent, hoe mooier je die persoon gaat vinden’, zei iemand. ‘Beauty is in the eye of the beholder’

Daar ben ik het wel mee eens. Een ideale wereld en alles in evenwicht en balans maakt dat wat je afbeeld ook wel voorspelbaar en een beetje kil. Plato vindt dat we in ons leven moeten streven naar het ware, het goede en het schone. Misschien streven we tegenwoordig in de kunst wel veel meer naar het ware dan naar het schone?

Voor dit blog heb ik gebruik gemaakt van psychologiemagazine.nl, filosofie.nl en Wat doet die rode vlek daar linksboven? Inleiding in de esthetica van Onno Zijlstra

afbeelding:
Leonardo da Vinci, Vitruviusman, ca. 1490, Gallerie dell’Accademia, Venetië (inv. 228)

One Comment

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *