‘Kijken in kleurvlakken’ – op bezoek bij Jan Pieter Foppen
Op excursie met De Toets: vijf auto’s vol mensen met interesse in kunst op weg naar de Veluwe voor een bezoek aan Jan Pieter Foppen. We gaan zijn nieuwe galerie en atelier bekijken. Het is mijn eerste uitje met De Toets en mijn eerste kennismaking met Jan Pieter Foppen. Ben benieuwd!
We worden op de Birkenhoeve verwelkomd met koffie, thee en koek door de kunstenaar en zijn familie. Het is een mooie plek diep in de bossen. Een tuin met zoveel volgroeide bomen zorgt voor inspiratie. Foppen vertelt dat herten en reeën regelmatig door de tuin struinen en de rozen kaal eten.
De sinds november geopende galerie is klein maar fijn. De muren hebben stevige kleuren oker, warm paars en donker rood; er staat een klassiek bureau en er is een doorgang naar het atelier. Met onze groep vullen we de hele ruimte. Jan Pieter Foppen is een impressionist: gegrepen door licht en sfeer. Hij schildert veel landschappen, stadsgezichten, straatjes vol met terrasjes. Zomers licht, met harde schaduwen, de warmte is voelbaar.
‘Het groezelige vind ik charmant,’ Foppen wijst op een schilderij van een Frans straatje in de middagzon, ‘Het kleurenpalet dat Frankrijk biedt, inspireert’. Hij maakt schetsen en foto’s van de onderwerpen die hem raken. Bij kleine schilderijen schildert hij ook wel eens ter plekke maar meestal werkt hij in zijn atelier. ‘In een drukke stad voelt het toch wel ongemakkelijk om te schilderen.’
Sfeer schilderen
Foppen denkt veel uit voordat hij gaat beginnen. Als hij dan eenmaal schildert ‘rijdt hij van de berg af’. Hij maakt geen schets meer op het doek maar begint gelijk: eerst de grote vlakken, niet van donker naar licht, maar vanuit de sfeer die hij wil treffen. En gelijk met een brede kwast. ‘Houd alle hoeken in de gaten.’
Ik vind het inspirerend om te zien dat Foppen verschillende technieken, zoals we die tijdens schilderles aangeleerd krijgen, aan zijn laars lapt. Hij werkt niet van donker naar licht, doet niet eerst alles dun, maar schildert met een sfeer in gedachte. Dat spreekt me wel aan. Ik hoef dus niet perse die klassieke opbouw te volgen, het kan ook anders. Dat weet ik ook wel, maar het voelt toch bevestigend om het hier te zien en te horen. Foppen schildert overigens de achtergrond wel dun, maar als het bijvoorbeeld bosgrond is, mag het ook wel gelijk dikker aangezet. Waar zijn toets meer vrij en autonoom wordt, past dat meer.
Op de vraag hoe je impressionistisch schildert, geeft Foppen uitgebreid antwoord. Het gaat erom dat je probeert te duiden. ‘Ik kijk in kleurvlakken. Als ik ergens een groen vlak zie, zet ik dan een groen vlak neer. Ik interpreteer het niet verder, zet geen lijnen. Van een afstand zie je dat het bomen zijn. Puur door de ervaring weet ik hoe de vlek van een afstand wordt herkend.’
In het atelier
In het atelier kunnen we zien hoe dat in zijn werk gaat. Op de ezel staat een groot schilderij van een bosvijver. In het impressionisme wordt ook veel met complementaire kleuren gewerkt en dat doet Foppen ook. ‘Er zit veel geel in het gras en dat compenseer ik met de complementaire kleur in de bomen daarnaast. Dus dat betekent dat je paars in de bomen kunt vinden.’
Op een grote molen waar vroeger ansichtkaarten hingen, heeft hij planken bevestigd met haken. Hier hangen alle tubes olieverf op kleur bij elkaar. ‘Ze hangen in de volgorde waarin ik ze gebruik.’ Van wit, naar geel lopen de kleuren via rood, naar blauw, groen en bruin. Geen zwart. ‘Ik gebruik nooit zwart uit de tube. Ik meng al mijn donkere tinten. Bijvoorbeeld donker groen met Pruisisch blauw.’
‘Een leuke tip: koop af en toe kleuren buiten je comfortzone. Koop ook eens kleuren die je zelf niet gelijk zou kiezen. Je zal zien dat die juist voor iets extra’s kunnen zorgen. Een mens heeft gewoontes, patronen, vaste manieren om te mengen. Het is goed om dat af en toe op te schudden.’ Zo gebruikt Foppen zelf meestal indigo of ultramarijn terwijl kobalt voor de afwisseling ook leuke dingen kan opleveren.
Je onderwerp voelen
Foppen schildert vooral stadstaferelen en de natuur. Eerst een beetje fifty – fifty, maar de natuur neemt de overhand. Hoe kan het ook anders in zo’n groene omgeving? ‘Ik ben met mijn laatste stadsgezichten van Utrecht bezig. Ik heb dat veel gedaan, maar ik voel er geen energie meer bij vrij komen. Het begint te voelen als plaatjes maken.’
Hij is onlangs met zijn gezin naar Sicilië geweest. ‘Dat heeft ook wel weer laten zien hoe belangrijk het is om andere plekken te bezoeken en nieuwe inspiratie op te doen. Iedere plek heeft zijn eigen kleurenpalet.’
De plekken die hij vastlegt, daar wil hij geweest zijn. Anders voelt hij het niet. Hij heeft zich wel eens laten verleiden om dat toch te doen, maar het is veel moeilijker. ‘Het gaat zoveel trager. Technisch kan ik het wel, maar het is erg lastig om dan dat sprankeltje extra toe te voegen als ik geen connectie heb met het object. Ik bedacht met mijn hoofd dat het wel zou kunnen, maar werd keihard op de vingers getikt.’
Zelf schilder ik ook veel liever plekken of mensen waar ik iets mee heb. Het schilderen naar zomaar een referentiefoto gaat me steeds meer tegenstaan. Juist de connectie die ik zelf voel met wat ik schilder, maakt dat ik er extra veel plezier in heb. Als je eigen stem ook zit in wat je persoonlijk raakt, is een connectie met je onderwerp noodzakelijk.
Voordat we weer vertrekken krijgen we nog een laatste goede tip. ‘Je moet ook fouten durven maken. En maak je fouten met overtuiging.’ Foppen heeft al laten merken dat hij ook vaker twijfelt – welk formaat past er bij een onderwerp – , dat hij bang kan zijn voor ‘grote vlakken’, want hoe houd je die spannend? Het is fijn te merken dat ik niet de enige ben met twijfel en angst. Ook als je van je schilderijen kunt leven, blijf je dat voelen. Want ‘als je gaat schilderen ben je kunstenaar maar als je gaat zitten ben je criticus.’
Over twee weken komt Jan Pieter Foppen naar De Toets om ons een workshop te geven. Ik ben benieuwd.
One Comment
Evianne
Inspirerend om te lezen. Fantastisch om les van hem te krijgen, lijkt me.