Over het ontstaan van een tuin: De Oase van Simon Hureau
Na mijn plezier in Dagen van Zand, besloot ik vaker een stripboek te kopen. In de NRC worden ook regelmatig stripboeken besproken en ik noteer nu welke mij aanspreken. Zo las ik dus onlangs De Oase. Kleine geboorte van een biodiverse tuin van Simon Hureau. Het is een met veel oog voor details getekend verslag van de ontwikkeling van een tuin.
Als Simon en zijn vrouw besluiten te gaan verhuizen, zoeken ze naar een huis met een tuin. Vooral Simon is gegrepen door de achteruitgang in biodiversiteit. Op de radio hoort hij hoe snel de insectenstand terugloopt, dat wilde fauna verdwijnt en de vogelpopulatie verkleint. Hij wil met zijn eigen tuin een steentje bijdragen aan een betere leefomgeving voor alle dieren.
Het huis dat ze kopen heeft een lange smalle tuin, waar niet veel aan gedaan is. Het is niet meer dan een lange grasstrook met wat grote bomen en struiken. Simon en zijn vrouw maken niet echt een plan, lezen geen speciale boeken, maar doen gewoon wat ze leuk en goed lijkt. Na het kaal maken, beginnen ze met het verzamelen van nieuwe planten. De uitlopers van de sering krijgen een nieuw plekje. Ze graven plantjes uit tijdens wandelingen, vinden bollen bij het vuilnis en kiezen willekeurige planten die ze leuk vinden bij het tuincentrum.
Je volgt de tuin en het gezin gedurende een jaar of tien. De tuin groeit, er komen steeds meer verschillende hoekjes met eigen planten en beestjes. Ook het gezin groeit, er komt nog een zoontje bij. En ze kunnen een paar keer grond bijkopen, waardoor de tuin groter wordt. Zonder een groots uitgedacht plan, ontstaat er gedurende die jaren een oase voor mens en dier. Dat is leuk om te zien.
Simon blijkt wel erg geïnteresseerd te zijn in insecten. Er zijn vele bladzijdes gevuld met verschillende soorten insecten die er in de tuin verschijnen. De Duitse wesp, een Europese hoornaar, de Coloradokever, een groene muntgoudhaan. Tuurlijk zet ik ook extra bloemen in de tuin om de insectenstand weer wat op te krikken, maar al die pagina’s met glazenmakers, groene zandkevers of een gegroefde haarwater roofkever… dat is aan mij niet besteed.
Ik verlies daardoor wel een beetje mijn aandacht ergens halverwege het boek. Er zijn sub-verhaaltjes zoals de vondst van een onderaardse rivier, die onder de tuin doorstroomt, de strijd tegen de katten of het houden van kippen, maar er is geen spanningsboog van het begin tot het einde. Het boek kabbelt een beetje en lijkt af en toe verdacht veel op een dierenencyclopedie.
Er staat redelijk veel tekst op een pagina. Soms staan er wat te veel scenes van het verhaal op één pagina. Hij had van mij wel wat vaker een stapje terug mogen doen. De tekeningen zijn vrij klein en met veel details. De overzichtstekeningen van de tuin zijn een beetje kriebelig. Ik vind het leuk dat veel tekeningen niet omkadert zijn. De tekeningen van de verschillende vogels en insecten lijken me accuraat.
Natuurlijk begon ik bij het lezen van dit stripboek wel gelijk te denken: oh wat leuk om op zo’n manier verslag te doen van iets dat in je leven speelt. Een vriendin van mij stelde voor om dan van het leren tekenen een stripboek te maken, maar dat heb ik na enig overpeinzen toch afgeschoten. Het wordt wel erge navelstaarderij als ik naast een blog ook nog eens een stripboek van mijn leercurve zou maken.