Zelfportret naar David Hockney
Afgelopen vrijdag heb ik bij het Kunstenhuis een zelfportret gemaakt, geïnspireerd op werk van David Hockney. Onze docent laat een aantal voorbeelden zien uit de serie 82 portretten en één stilleven. Intrigerende titel. Alle 82 zittend in dezelfde stoel, van top tot teen afgebeeld. Dat gaan wij ook doen.
Ik heb een uitgeprint A4tje met een foto van mezelf naast me liggen. Ik zit op een donkere stoel, een beetje onderuitgezakt. Heb het mezelf wat betreft de verhoudingen niet helemaal makkelijk gemaakt. Mijn ene voet is extreem groot, een arm valt weg achter de stoelleuning. Tijdens het natekenen vraag ik me af hoe David Hockney tot deze portretten is gekomen. Of hij de houdingen gemanipuleerd heeft, hoe groot die schilderijen zijn. Is het ook naar een foto gedaan of juist in een studio. En hoe zit het toch met dat ene stilleven? Vragen die ik ondertussen voor jullie (en voor mezelf) heb uitgezocht.
82 vrienden en bekenden
Hockney schilderde deze 82 portretten tussen 2013 en 2016. Alle werken zij even groot, 48×36 inch, dus dat is ongeveer 120 x 90 centimeter. Dat is wel wat groter dan mijn A3tje. De portretten werden geschilderd gedurende drie dagen, waarbij de persoon ongeveer twintig uur moest poseren. Ze zitten allemaal in dezelfde gele stoel, voor dezelfde groen en blauwe achtergrond. De kleur van de achtergrond verschilt een tikkeltje per portret.
Ik denk even aan Louise Fletcher, die tijdens Find Your Joy zei dat juist als je jezelf beperkingen oplegt, creativiteit kan bloeien. Hockney heeft de randvoorwaarden strikt gemaakt zodat hij vrijheid voelt om daarbinnen te variëren. Hoewel alle portretten qua opzet heel erg op elkaar lijken, Hockney vertelt in een interview dat hij alleen de stoel steeds een beetje draaide, zijn het allemaal heel persoonlijke portretten. Warm en met humor vastgelegd. Mensen mochten zelf weten wat ze droegen en hoe ze op de stoel gingen zitten. Dit zegt veel over wie je bent, over je persoonlijkheid.
De mensen die voor deze portretten hebben geposeerd zijn allemaal vrienden, kennissen en familie. Als ik erdoor scroll, herken ik gelukkig wel wat namen. John Baldessari bijvoorbeeld, Frank Gehry de architect en Larry Gagosian, een galerie eigenaar. Maar Hockney portretteerde ook zijn tandarts, zijn houskeeper en zijn neefje Rufus Hale. Bij het portret van zijn neefje veranderde hij de bruine ogen in blauwe, zoals die van zichzelf. Misschien herkende hij zichzelf in de jongen.
In het interview dat ik als filmpje heb bijgevoegd vertelt Hockney dat hij niet zoveel meer uitgaat. Hij begint doof te worden en vind het fijner om één op één met mensen af te spreken. Deze sessies gaven hem drie dagen met iemand. Drie dagen waarin hij deels in stilte werkte, maar ook de persoon beter leerde kennen. Ik vond dit een leuk filmpje. Je ziet wat meer van de opstelling en Hockney kan heel aanstekelijk vertellen.
En hoe zit het dan met dat ene stilleven? Toen Ayn Grinstein haar afspraak moest afzeggen vanwege haar vaders begrafenis, schilderde Hockney in die uren een schilderij zonder mensen. Het is een stilleven met fruit en groentes op een blauwe bank geworden, een hommage aan schilders als Paul Cézanne en Gustave Caillebotte.
Terug naar mijn zelfportret. De houding die ik gekozen heb is inderdaad wel typerend: nonchalant, een beetje teruggetrokken, maar ook wat uitdagend. Ik draag het liefst een spijkerbroek met een T-shirt. En die schoenen! Die heb ik al jaren, moeten ook al heel lang vervangen worden, maar ik blijf ze maar dragen. Uiteindelijk besluit ik om de achtergrond wit te laten en niet twee kleuren blauw / groen te verven. Ik heb met olieverf gewerkt en ben bang om te vlekken. Plus en dat is het belangrijkste: ik vind het mooi zo. Daardoor is het minder Hockney maar meer Ingelies.
3 Comments
Sandra Brees
Hey Lies
Wat leuk dat je telkens jouw ervaringen en informatie deelt! Jouw zelfportret is heel goed geschilderd, ik heb alweer genoten van jouw blog!
Groetjes
Sandra
uiltje48
Hoi Sandra,
Fijn dat je weer zo positief bent over van mijn blog!
Paul Vermeulen
Dank voor alweer een interessant stukje kunstgeschiedenis èn weer een mooie tekening.