Tekenen met je rechter hersenhelft

Een bekende tekenmethode is die van de Amerikaanse Betty Edwards (1926). Haar boek Drawing on the Right Side of the Brain verscheen in 1979 en is sindsdien talloze malen herdrukt en vertaald. Mijn vorige tekendocent was een groot fan van Betty en sinds het begin van de lockdown in het voorjaar ben ik het boek zelf aan het lezen. Niet te snel, want dan kan de informatie beter inzinken.

Toen Betty, die zelf goed kon tekenen, les ging geven, merkte ze dat het niet voor iedereen zo makkelijk is. Je hoofd is een verhaarbak van weetjes en plaatjes. Je denkt al te weten hoe een oog eruit ziet, of een boom, een huis of een stoel. En het is lastig om die voorgeprogrammeerde veronderstellingen los te laten en echt te kijken naar wat er voor je staat.

Alleen lijnen en vlakken
Betty zag dat er twee manieren zijn om de wereld te benaderen: de eerste verbaal en analytisch, de tweede visueel en op waarneming gebaseerd. Zij verbond dat met de linker en de rechter hersenhelft. Links is de analytische kant en rechts de visuele. Om goed te leren tekenen moet je je linker hersenhelft uitzetten. De helft die alvast voor je invult wat je ziet, voordat je het echt gezien hebt.

Ondertussen is trouwens al lang bewezen dat onze hersenen ook weer niet zo simpel in elkaar zitten. Maar het principe is goud waard. Alles wat je kunt tekenen bestaat uiteindelijk uit lijnen en vlakken en dat klinkt een stuk minder intimiderend. ‘denk in vlakken en lijnen, niet in oogje, oogje, neusje mondje,’ zei mijn juf altijd.

Soms kan het lastig zijn om door je onderwerp heen te kijken en de lijnen en vlakken te zien. Betty begint dan ook met een aantal oefeningen die je kunnen helpen om zogenaamd je ‘linker hersenhelft uit te zetten’. Een handige is om op zijn kop te tekenen. Dan zie je niet wat het moet worden en is het makkelijker om alleen te kijken naar de richting van een lijn en het punt waarop hij een andere lijn kruist.

Heb je ervaring met de Betty Edward methode? Hoe vond je het werken?