kunstgeschiedenis

De schilderkunst als numero uno

Heel lang was mijn grootste doel om zo goed mogelijk te leren schilderen. Te kunnen schilderen wat ik zag. Ondertussen heb ik het gevoel dat er andere technieken en materialen zijn waarin ik mezelf veel beter kan uitdrukken. Soms vind ik dat moeilijk want in mijn hoofd blijft de schilderkunst de belangrijkste kunstvorm. Waar komt dat idee toch vandaan?

Eigenlijk is het een mooi staaltje ver plassen dat vooral vanaf de Renaissance wordt uitgevoerd. Welke kunst vorm is de beste? Hoe kun je het meest perfect de werkelijkheid imiteren? Een mens namaken? Met verf (schilderkunst) of met steen (beeldhouwkunst)? Soms mogen architectuur of poëzie ook een gooi doen (maar winnen zullen ze niet). Over andere ambachten zoals meubels maken, pottenbakken of borduren maar helemaal te zwijgen.

Deze ‘wedstrijd’ is bekend onder de naam Paragone, wat zoiets als ‘toetssteen’ of ‘vergelijking’ betekent in het Italiaans. Het is ook de titel van een zeer invloedrijke tekst die Leonardo de Vinci (1452-1519) schreef. Hij vergelijkt daarin de schilderkunst met een ander kunst vorm (onder andere de poëzie en de beeldhouwkunst) waarbij de schilderkunst steeds als beste uit de bus komt.

Ik vind een (deel?) van da Vinci’s Paragone op internet en het lijkt nog meer op ver plassen dan ik al dacht. In het stuk over de poëzie laat hij alles wat goed is aan de poëzie direct volgen door een argument voor de schilderkunst: ‘Take a poet who describes the beauty of a lady to her lover and a painter who represents her and you will see to which nature guides the enamored critic.’  

In het deel waarin hij de schilderkunst met de beeldhouwkunst vergelijkt komen zijn belangrijkste argumenten aan bod. Hij vind dat hij uitermate geschikt is om de strijd tussen deze twee de beslechten omdat hij zelf zowel aan beeldhouwen als aan schilderen deed. Persoonlijk denk ik dat dat geen echt argument is. Wellicht heeft hij een keer een stuk steen op zijn voet laten vallen en is hij daardoor bevooroordeeld ten opzichte van beeldhouwkunst.

‘I am content to pronounce between it and sculpture; saying that painting is the more beautiful and the more imaginative and the more copious, while sculpture is the more durable but it has nothing else. Sculpture shows with little labour what in painting appears a miraculous thing to do; to make what is impalpable appear palpable, flat objects appear in relief, distant objects seem close. In fact painting is adorned with infinite possibilities which sculpture cannot command.’

Da Vinci schrijft dat de schilderkunst zich onderscheid door het gebruik van perspectief, waar wiskunde voor nodig is. Alleen een schilder kan iets wat honderd kilometer verder weg is weergeven. Schilderen is meer dan een vaardigheid – een ambacht – je hebt er kennis en verstand voor nodig. Door de schilderkunst te verbinden met de rede en de wetenschap, verheft hij de schilderkunst ten opzichte van de andere ambachten.

Tijdens mijn studie kunstgeschiedenis (ondertussen al weer zo’n 30 jaar geleden) was de verdeling schilderkunst versus de rest misschien 90 – 10. En dat lijkt exemplarisch voor de uitkomst van het hele Paragone debat. Ondanks stemmen zoals die van Vasari, die in de tekenkunst de vader van alle andere kunstvormen zag, won de schilderkunst. En die studie heeft mijn hoofd weer beïnvloed.

In de tussentijd is er heel veel veranderd: alle andere kunstvormen hebben zich geëmancipeerd. Dus tijd voor mijn hoofd om Da Vinci en zijn old school ideeën los te laten en te omarmen wat bij me past 😉

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *