Wat heb ik geleerd van het kleurenstudies maken?
In september had ik een zeer ambitieuze teken mee verzonnen. Vijvendertig keer een voorstelling (in mijn geval een landschap) schilderen met verschillende kleurencombinaties. Jullie willen misschien weten of ik dat ook daadwerkelijk heb gedaan. Ja zeker! Ik heb er zelfs 47 gemaakt, maar het duurde wel wat langer dan ik van te voren had gedacht…
Ik begon met goede moed. Eerste stap was 35 hokjes op een vel aftapen. Ik weet niet hoe groot het papier van Philip Tyler is, uit wiens boek Drawing and painting the landscape ik de opdracht gehaald heb, maar ik kreeg niet meer dan maximaal twaalf vakjes op een papier. Misschien waren mijn vakjes te groot (ongeveer 11×15 cm) of was mijn tape te breed (2 cm), maar ik wilde ik wel wat ruimte hebben om te schilderen. Ik heb trouwens met olieverf op waterbasis gewerkt.
Het was dus een hele puzzel om voldoende vakjes te maken en te onthouden welke kleuren ik in welk vakje met elkaar had gekruist. Ik moest al mijn beta skills omhoog halen om deze boekhouding in goede banen te leiden. Ik heb in mijn schetsboek een matrix getekend waarbij iedere combinatie een nummer kreeg. Die nummers heb ik ook achterop de vellen geschreven (en op een overzicht). De eerste serie waarin ik cadmium geel meng met wit, geel, rood, grijs, zwart, blauw en paars loopt over twee verschillende vellen papier. Dat is om het vergelijken van de kleuren te vergemakkelijken (ahum).
Ik weet al niet eens meer hoeveel uurtjes ik hieraan gewerkt heb. Meestal deed ik ongeveer negen tot veertien vakjes per keer. Uiteindelijk heb ik zelfs 47 landschapjes gemaakt. Omdat ik veel en graag gebrande siena gebruik, heb ik die kleur aan het onderzoek toegevoegd. En omdat ik alle vellen gewoon in hokjes verdeeld had, bleek ik te veel hokjes te hebben gemaakt. Dus zo kwamen er nog wat extra bij.
Het resultaat
Het eerst dat me opvalt als ik alle landschapjes bekijk, is dat ik gedurende het project steeds vrijer ben gaan schilderen én ook steeds meer ben gaan doorwerken. Het eerste vel ziet er nu het meest onaf en plat uit. Sommigen bestaan uit weinig meer dan de voorgeschreven combinatie kleuren. Dit is ook het enige vel waar je nog het wit van het papier ziet. Bij de laatste series heb ik veel meer nuances van kleuren toegevoegd. En veel meer kleurlagen.
Ik heb niet het idee dat ik nu alle beschikbare kleurencombinaties heb uitgeprobeerd. Ik heb een beetje gevarieerd met de verschillende kleuren van bijvoorbeeld rood en blauw. Maar daar kun je nog veel meer verschillende mogelijkheden mee verkennen. Ik heb wel meer buiten mijn comfortzone kleuren gemengd en daar zijn best wat interessante combinaties uitgekomen. Ik meng vrij snel met wit, maar heb nu ook meer met donkere kleuren gemengd. Met grijs (Peynes Grey) mengen geeft ook best veel interessante nuances.
Het grappige is, dat ik tijdens het schilderen wel aan mijn uitgangspunt – een wandeling op Conwy Mountain in Wales – heb gedacht, maar ik heb niet meer naar de referentiefoto’s gekeken. Een kaal weids berglandschap met geel en paars. Meerdere studies hebben zowel de sfeer als de kleuren van die plek. Het maakt trouwens niet zoveel uit wat voor kleur je de lucht doet. Zolang er een horizon is, interpreteer je wat erboven zit als lucht.
Ik heb zeker geleerd van het proces. Niet alleen heb ik een aantal interessante kleurencombinaties om op voort te borduren, maar ik heb ook lekker en los geschilderd. Dat laatste lukte ook omdat dit niet als eindproject bedoeld was. Het zijn STUDIES. Nu nog de vraag: wat kan ik er verder mee? Zijn het studies voor iets anders? Onderdelen in mijn proces naar een werk over Wales? Studies voor een groter landschapsproject? Ontwerpen voor dingen in stof?
Wát ik er mee ga doen, dat weet ik nog niet, maar ik houd jullie op de hoogte 😉