inspiratie,  NAU,  schrijven

Taal als beeld

Als schrijvende kunstenaar – of kunst makende schrijver – denk ik regelmatig na over hoe ik die twee kanten meer met elkaar kan verenigen. Ik zie dan iets voor me waarin tekst en beeld gelijkwaardig aan elkaar zijn. Een verhaal in combinatie met beelden of geborduurde teksten toevoegen. De afgelopen weken is tekst ALS beeld meerdere keren op mijn pad gekomen. Is het raar dat ik daar zelf niet eerder aan gedacht heb?

Het begon met een interview dat ik voor het tijdschrift KM hield met de kunstenaar Guido de Boer. Zijn werk bestaat uit grote, in zwarte inkt geschreven, woorden die je als lezer op meerdere manieren kunt lezen. Een van zijn favo’s is bijvoorbeeld het woord Look, dat gaat over kijken én bekeken worden. Hij schrijft ze, vaak ook met publiek erbij, direct op de muur.

Wat me van het interview vooral bij gebleven is, is de stelling ‘niet perfect is veel perfecter’. Van veraf lijken zijn letters heel strak (komt ook door dat zwart en wit) maar van dichtbij zie je de imperfecties. En juist daar zit voor Guido de Boer de spanning die hij zoekt. Het omarmen van de onvolmaaktheden in je werk spreekt me erg aan. Daar was ik na ons gesprek meer mee bezig dan met het gegeven dat zijn werk voornamelijk uit taal bestaat.

De tweede encounter tussen mij en talige kunst kwam bij de NAU. De vorige les die ging over allerlei kunstenaars zoals Guido de Boer. Grazia Khouw, Jenny Holzer of Kim van Norren: kunstenaars wiens werk (voornamelijk) uit tekst bestaat. Het doel van de les was om te ontdekken wat je met taal en letters kunt doen zonder dat het heel erg voor de hand ligt. De tekst moet meer zijn dan een letterlijke mededeling.

Na wat opwarmoefeningen, waarbij we ook – door een tekst te verknippen en te verschuiven – een gedicht produceerden, gingen we aan de slag met een eigen werk. Uitgangspunt daarbij was een woord uit dat gedicht. Mijn tekst ging over de Grand Canyon en ik besloot om uit mijn tekst verder te gaan met het woord onbewoond. Ik bedacht dat juist het gebrek aan bewoning wel heel bepalend is voor dat gebied.

Ik heb alle letters uit verschillende materialen (stof, papier en wol) geknipt. Eerst wilde ik ze ergens opplakken, maar uiteindelijk heb ik ze als een soort slinger aan elkaar genaaid. Het wappert en beweegt, wat ik bij de materialen vind passen, maar is daardoor is niet altijd even leesbaar. Dat vind ik dan ook wel weer bij een onbewoonde plek passen. Het geeft iets verlatens aan de letters. Het was een project dat smaakt naar meer.

En ergens tussen het interview én die les bij de NAU vroeg Special Arts me om een workshop Popart te geven en dan ‘misschien iets met letters’. De workshop was afgelopen donderdag. Bij Popart en tekst denk ik aan stripteksten en aan hoe in strips geluiden worden weergegeven. Iedereen kreeg de opdracht om een geluid uit te kiezen. Daar hebben we een beeld van gemaakt. Je kent het wel: zo’n kaboem, knal of splash.

De resultaten waren – zoals iedere workshop bij Special Arts – weer onverwacht en inspirerend. Het blijft me verbazen op hoeveel manieren mensen je opdracht kunnen uitvoeren en hoeveel creativiteit daar bij los kan komen.

Is het toeval dat er drie keer achter elkaar hetzelfde onderwerp op mijn pad komt? Of wil het universum me wat vertellen? Liggen hier meer mogelijkheden voor mij als schrijvende kunstenaar of kunst makende schrijver?  

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *