Drie musea in drie dagen
Op de een of andere manier heb ik altijd weken waarop ik nauwelijks het huis uit kom óf weken waarop opeens alle afspraken samen komen. Afgelopen week viel in de laatste categorie. Misschien ook omdat het herfstvakantie was. Ik bezocht drie musea in drie dagen met drie verschillende gezelschappen. Wat heb ik gezien?
Dag 1: Museum Cobra
Ik was net op tijd om de expositie Recall of Infinity nog te zien. Ik geloof dat hij zondag voor het laatst te bezoeken was. Hier kon je het werk zien van de 41 kunstenaars, die door de jury van de Special Award 2024 waren uitgekozen. Achter de schermen heb ik zo mijn steentje bijgedragen aan deze tentoonstelling en de catalogus en het was fijn om het resultaat nog even te zien. Ik begin steeds meer kunstenaars te herkennen en het voelt soms al alsof ik oude bekenden terug zie. Grappig toch hoe dat werkt.
Boven was nog een andere tentoonstelling: The New Mother Sculptures. Ik begrijp de naam van die tentoonstelling niet echt, maar dat mag de pret niet drukken. Te zien zijn vijftig sculpturen van in Nederland wonende kunstenaars. Van Maria Roosen tot Job Koelewijn en van Maartje Korstanje tot Maaike Kramer.
In een hele grote ruimte met zand op de vloer – alsof je over het strand loopt – staan sculpturen opgesteld. Oh ik lees dat het een ‘speciaal gemaakte vloer van leem is’. Ook goed. Het werkt vervreemdend maar geeft je ook een beetje het gevoel alsof je buiten bent. Het idee is om een ruimte te creëren waar kunst en toeschouwer elkaar opnieuw kunnen ontmoeten. Om die reden (denk ik) stond er bij de verschillende kunstwerken ook geen informatie. Er was één plattegrond weggestopt op een muur in de hoek.
Ik vond het best wel een leuke ervaring om zo door de ruimte te dwalen van het ene naar het volgende kunstwerk. Allemaal verschillende manieren van sculpturen maken, maar wel allemaal interessant en heel eigen. Wel lastig om nu te zeggen wat het meeste indruk heeft gemaakt, juist ook vanwege het ontbreken van die bordjes. Ik herkende onder andere het werk van Saar Scheerlings waar ik bij Art Rotterdam lang bij stilgestaan heb, het coole wandkleed van Afra Eisma (is dat sculptuur?) en het werk van Maaike Kramer, die vorig jaar les gaf bij de NAU.
The New Mother Sculptures is nog t/m 2 maart 2025 te zien in Museum Cobra, Sandbergplein 1 in Amstelveen, open di-zo 10-17 uur
Dag 2: Fotomuseum Den Haag
Familietripje naar het Fotomuseum in Den Haag. Daar is een tentoonstelling met het werk van de Britse fotograaf Chris Killan. Hij maakte in de jaren zeventig en tachtig zwart wit foto’s van gesloten groepen vooral in Noord Engeland. Zo legde hij het verdwijnende leven op het eiland Man vast (waar hij zelf vandaan kwam) en woonde hij een half jaar in een caravan aan zee om daar de mensen te fotograferen die zeekolen raapten. Dat deden ze in de jaren tachtig nog met paard en wagen.
Toen wij in Wales op vakantie waren, zagen we in het museum van Cardiff een serie zwart wit foto’s over de verdwijnende mijnbouw en het harde leven op het Britse platteland. Het bleek een gezamenlijke interesse, waarbij de voorkeur van mijn man voor Engeland en geschiedenis kruiste met onze voorkeur voor het verzinnen van verhalen. Vandaar dat deze tentoonstelling een gezamenlijk uitje werd.
De foto’s van Killan kwamen ‘liever’ over dan wat wij in Cardiff zagen. Killan koos andere momenten om vast te leggen. Hij wist het vertrouwen van de geportretteerden te winnen en werd bijna een soort vriend. Dat zorgt ervoor dat mensen kwetsbaarder durven te zijn. Maar het lijkt alsof hij de meest rauwe dingen niet vastlegde. Hij lijkt meer geïnteresseerd in mensen en minder in de politieke of maatschappelijke betekenis van wat hij zag.
Chris Killip – retrospectief is nog t/m 5 januari 2025 te zien in het Fotomuseum Den Haag, Stadhouderslaan 43, Den Haag, open di-zo 11 -17 uur
Dag 3: Museum More
De derde dag op rij bezocht ik met mijn ouders en jongste dochter de tentoonstelling Size Matters (op zich al een interessant onderwerp om een keertje en blog over te schrijven.) in Museum More. Te zien waren tekeningen van minimaal twee meter, maar veel waren nog veel groter. Bij tekenen denk je vaak aan handzaam en klein, maar deze werken bewijzen dat het ook anders kan.
Als je dichtbij stond, was de voorstelling vaak ook niet meer goed te zien. Van een afstandje lijkt iets een auto, maar hoe dichterbij je gaat kijken hoe meer je ziet dat het eigenlijk een grote zwarte vlek is. Door het formaat van de werken kun je heel goed zien hoe het materiaal gebruikt is. De strepen van het potlood, het wollige van houtskool en pastel en hoe lagen over elkaar gebracht waren aangebracht.
Eigenlijk vond ik veel werk interessant. Op de foto kijken mijn moeder en ik naar het werk van Pietjanske Fokkema. Het stelde een keuken voor, waarin allemaal dingen niet klopte. Zo hangen er bijvoorbeeld vleermuizen voor de ramen. Ik vond het leuk dat ze het heel schetsmatig had gehouden. Het metersgrote kaasdoek van Lisa Sore was ook erg mooi. Tekenen op stof! Dat kan ook. En ik kon even opscheppen bij het werk van Jans Muskee. ‘Daar krijg ik les van.’ Waren mijn ouders toch even van onder de indruk 😉
Size Matters is nog te zien t/m 2 februari 2025 in Museum More, Hoofdstraat 28, Gorssel, open di-zo 10-17 uur
Bijschriften:
- Zaaloverzicht bij Chris Killan met mijzelf als model
- Zaaloverzichten bij Museum Cobra met op de rechter foto het werk van Afra Eisma
- Mijn moeder en ik buigen ons over het werk van Pietjanske Fokkema
- Rinus Van de Velde, I fell in love easily and pathetically, 2021, Boping Collection. Courtesy Tim Van Laere Gallery Antwerp-Rome