Hoe is het eigenlijk met mijn verftuintje?
Het is herfst, de nachten worden langer én kouder. Ook overdag moet je significant meer kleding aantrekken. De tuinen beginnen zich voor te breiden op de winterslaap. Begin van het seizoen heb ik samen met de buurvrouw zeven soorten verfplanten in een verftuin geplant of gezaaid. Wat is er opgekomen?
Meekrap
Met meekrap kun je verschillende tinten rood maken. Wist je dat meekrap al in de Oudheid gebruikt werd om stoffen mee te kleuren? Met meekrap gekleurde textiel is bijvoorbeeld in het graf van Toetanchamon gevonden. In Nederland werd meekrap vooral in Zeeland geteeld. Toen er chemische alternatieven ontstonden voor deze kleur rood, is de meekrap industrie in elkaar geklapt.
Mijn meekrapplantjes zijn nu ongeveer twintig tot vijfendertig centimeter groot. Ze liggen een beetje plat op de grond. De planten horen zo’n 60 tot 90 centimeter te worden. Dat hebben ze dus bij mij nog lang niet. Ik heb gelezen dat meekrapplantjes minimaal drie jaar oud moeten zijn voordat je ze kunt oogsten. Je gebruikt namelijk de wortels en die moeten wel de tijd krijgen om een bepaalde dikte te krijgen. Deze planten moeten nog maar even lekker verder groeien.
Gele Walstro
Van het gele walstro zijn heel veel plantjes opgekomen. Het krioelt in dit vak van de kleine plantjes met hele dunne blaadjes. Ik heb er geen bloemen aan gezien. Als ik het plantje googel zie ik wel hele mooie gele stervormige bloemen. Met die bloemen kun je geel verven. Misschien volgend jaar?
Ik lees in een oud boekje, dat nog van mijn moeder is geweest dat je van walstro ook de gedroogde of verse wortel kan gebruiken. Daarmee kun je rode stof maken. Als ik mijn plantjes bestudeer, geloof ik niet dat ze veel wortel hebben. Ik graaf er eentje een stukje uit. De wortels zijn verrassend sterk, maar nog niet heel erg dik. Het is een vaste plant, dus geduld.
Verfbrem
De verfbrem moet ik goed zoeken. Ik vind hem verdrukt onder de ossentong en de gele kamille. Er zijn er twee: de andere heb ik in mijn voortuin gezet. Ook die moet ik zoeken (onder het zevenblad). Ook de verfbrem is een zeldzame plant en in die zin is het alleen al goed om hem een plekje te blijven geven. Ik moet er alleen net iets beter voor zorgen.
Voor het verven zijn de jonge loten of de bloeiende twijgen geschikt. Ik herinner me nu dat hij heel snel na het planten even een paar gele bloemen had. Volgend jaar moet ik die dus dan oogsten en gebruiken. De gele kleurstof die je daaruit kunt winnen heet luteoline. In de 17e eeuw werd luteoline gebruikt voor een geel pigment dat Johannes Vermeer gebruikte.
Gewone ossentong
Vreemde naam voor een bloem trouwens. Het lijkt me sowieso geen gewone ossentong, want het is geen gewone tong van een os, maar een bloem. Hij heet zo omdat de bladeren aan een ossentong doen denken: net zo lang en ruw. Deze planten zijn ook wel echt gaan bloeien. Het zijn leuke kleine paarsblauwe bloemetjes.
Maar met de bloemen kan ik blijkbaar niets, het zijn weer de wortels waar de verfstoffen in zitten. De wortel van de plant levert een verfstof op voor textiel. Bij een temperatuur rond de 70 graden wordt de wol paarsgrijs van kleur en bij hogere temperaturen grijs. Dit is ook een vaste plant, dus laat ik hem nog even verder groeien, dan kunnen de wortels nog wat dikker worden.
Gele Kamille
Dit is de enige verfplant die ik dit jaar ook heb kunnen oogsten en gebruiken. De bloemetjes bloeien heel lang, wat het sowieso goed doet in mijn tuintje. Ik had een heleboel bloemetjes zorgvuldig van de plant geknipt, maar dat bleef bij elkaar een bodempje in mijn (te) grote pan. De stof die ik ermee geverfd heb, is zeer zacht geel geworden. Ik had de stof gebeitst met azijn, maar ik vrees toch dat dat niet de beste beits is. Er zitten nog een paar bloemetjes aan de struik, misschien kan ik daar nog een flinter stof mee verven.
Wouw
Ik had drie wouwplantjes op een rijtje gezaaid. Die zijn dood gegaan. Dat schiet dus niet echt op. Wouw kun je gebruiken om stoffen geel te verven. Met drie dode plantjes zie ik dat nog niet echt gebeuren. In het boekje verven met plantaardige stoffen schrijft Nel Goubitz over de wouw dat het een zeldzame plant is. Niet in het wild plukken! Lezers met interesse kunnen een stekje ophalen bij de schrijfster. Er staat zelfs een adres bij. Dat zou je nu niet meer in een boek zien. Zorgt voor mij wel voor een zacht plekje voor de wouw, dus misschien volgend jaar opnieuw proberen?
Wede
Van de wede kun je in augustus en september de bladeren plukken. Oh.. lekker dat ik dat nu lees. Ik zat meer te wachten op bloemen. Maar goed. Het is dan wel oktober, maar ik denk dat ik de bladeren nu ook nog wel kan oogsten. Dat wordt dus komende week met wede verven. Ik lees wel: ‘Het kan prettig zijn om dit proces met zijn tweeën te doen omdat je handelingen vlot achter elkaar moet doen.’ Als dat maar niet weer een blog: tien dingen die fout kunnen gaan als je met wede verft wordt…
Wede is een echte klassieker in het natuurlijk verfgenre. Vroeger werd het heel veel gebruikt om blauwige tinten te creëren. Er zit ook indigotine in, maar dan in veel mindere mate dan bij indigo zelf. De kleuren zijn veel zachter. Ik vind het een erg mooie kleur. Zou super zijn als dat gaat lukken. Jullie zullen het ongetwijfeld kunnen lezen…