textiel

Mijn experiment met een ‘borduurdagboek’

Voordat ik op vakantie ging, las ik het boek Slow Stitch: mindful and contemplative Textile Art van Claire Wellesley-Smith. Het gaat er bij slow stitching om dat je het meditatieve van het borduren de bovenhand laat voeren. Het klonk als een interessante aanvulling op het slow cooking en slow living. Relax, chill out! Ik bedacht natuurlijk gelijk een project 😉

Het boek staat vol met mooie plaatjes, waarbij – vaak zelf geverfde – stoffen met heel veel steekjes worden versierd. Het idee is dat je de naald bijna als vanzelf door de stof laat gaan. Niet nadenken over het resultaat, maar je overgeven aan het proces. Dan ontstaan er vanzelf dingen die boeiend zijn. Niet perfect – juist imperfectie krijgt ruimte – maar wel boeiend. Ik ga wel goed op die meanderende streepjes, ongelijke rijen en van zelf ontstane patronen.   

Achter in het boek vond ik het idee van een ‘borduurdagboek’. Stel jezelf vooraf een bepaald doel: ik ga iedere dag een X aantal draden borduren of een X aantal minuten aan dat borduurdagboek werken. Bedenk of je jezelf beperkt in het soort steken, de kleuren, het soort draad. Dit deed me denken aan de wat die ik had opgeschreven in het blog over de mixed media lessen: denk aan je parameters. Het organische van zo’n borduurdagboek spreekt me aan.

Ik besluit om in de vakantie iedere dag 3 draden te borduren. Ik kies een zelf geverfde stof en een aantal draden van verschillende diktes in verschillende tinten bruin tot geel. Die neem ik mee. We gaan naar vier verschillende plekken. Op iedere plek ga ik op een andere hoek van het stuk stof verder borduren. Ik behoud me het recht om achteraf nog een aantal draden toe te voegen om de compositie te verbeteren.

Tevreden stop ik een klein doosje met borduurspullen in de almaar uitdijende bagage. Een goed begin is het halve werk. Ik heb een simpel en duidelijk concept om mee aan de slag te gaan.

Tijdens de vakantie wordt het borduren een momentje van rust. Soms naai ik in de ochtend de eerste rij en de andere twee in de namiddag, soms borduur ik alles in de namiddag. Een enkele keer moet ik ’s avonds nog wat inhalen. Ik kies de kleuren op gevoel. Ben ik moe of overwhelmed kies ik eerder voor kleuren die wegvallen, na een leuke dag kies ik voor vrolijk geel.

Na een paar dagen ga ik meer nadenken over de steken. Over hoe ik borduur. Ik kan de steken netjes onder elkaar zetten of juist laten verspringen. Ik kan dichter op elkaar borduren of juist met meer ruimte ertussen. het geeft een ander effect. Soms blijkt achteraf dat ik super scheef bezig geweest ben en andere keer lijkt het wel alsof ik er een liniaal tegen gelegd heb.

Je kunt wel iets aflezen aan de blokken die ik borduur. De steken die ik in Conwy zet (waar ik me relaxed en op mijn gemak voel) zijn zelfverzekerd en rustig. Ook het patroon dat ze samen vormen is overzichtelijk. Dat mijn eerste steken (net op vakantie, moet nog wennen en heb mijn FOMO nog niet losgelaten) veel chaotischer zijn, zie ik in contrast.

Wanneer we in Londen (vierde plek) aan het pakken zijn om weer naar huis te gaan, besef ik dat ik in Londen niet EEN steekje heb gezet. Ik ben de laatste vier dagen van de vakantie glad vergeten om aan het borduurdagboek te werken. Wat stom! De rechterbovenhoek is helemaal leeg.

Wat nu? Alsnog vier keer drie draden toevoegen? Kan ik dat wegschrijven onder de ‘ik mag achteraf nog wat draden toevoegen om de compositie te verbeteren’? Of vind ik dat het niet meer kan? Parameters zijn er niet voor niets. Al kan het ook een keuze zijn om die weer aan de wilgen te hangen. Ik heb ook spontaan het rode draadje van de koetjeskaas toegevoegd.

Uiteindelijk besluit ik om de Londen-hoek leeg te laten. Als hoe ik me voelde op de dag dat ik de drie draden toevoegde zo’n grote invloed heeft op het resultaat, heeft het geen zin om achteraf die draden nog te borduren. En zegt het ook niet iets dat ik in Londen vergeet te borduren? Ik besluit ook dat het nu ook niet veel nut heeft om voor de compositie ergens nog een blokje toe te voegen. Het is gewoon zoals het is.

Ik vond het in ieder geval lekker om te doen. Het was inderdaad meditatief en rustgevend. Ik zie me dit nog wel vaker doen. Ik weet niet of ik het eindresultaat ook kunst geworden vind, maar dat was ook niet mijn eerste (wel een tweede) doel. Het resultaat heeft geen sprekend beeld opgeleverd. Mijn hoofd is wel aan het zoeken naar mogelijkheden om dit te verbeteren. En naar nieuwe parameters natuurlijk 😉

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *