inspiratie,  kunstgeschiedenis,  tentoonstellingen

Michael Raedecker: Material Words

Vorige week ben ik nog even naar het Kunstmuseum geweest om de Michael Raedecker tentoonstelling te zien (is er nog tot 11 augustus 2024). Raedecker combineert schilderen met borduren, dus het leek me voor mij toch wel een must see. Hoewel ik niet alles aan zijn werk mooi vindt, ben ik wel echt blij dat ik gegaan ben.

Raedecker (1963) vindt zijn inspiratie in het collectieve geheugen, populaire cultuur en de kunstgeschiedenis. Ik vond ook een recente podcast van Nooit meer slapen waarin hij te gast is (hij heeft ondertussen een heel Engelse tongval). Hij vertelt daarin dat veel beelden hun oorsprong hebben in de tv series die hij als kind keek. Die scheppen een bepaald beeld van Amerika, dat eigenlijk helemaal niet bestaat. Hij put uit de fotografie, tijdschriften, filmstills en het internet (wie niet?), die hij niet letterlijk kopieert maar waar hij delen uit gebruikt.

Als je door de zalen loopt zie je heel veel van die typische Amerikaanse huizen op een kaal grasveld, vrij lege interieurs met doorkijkjes naar buiten, vervreemdende landschappen met enkele bomen, zwembaden achter een huis en boomhutten. De meest recente werken tonen buitenwijken aan de rand van de natuur (dus een combinatie van groen en steen). In één zaal hangen stillevens, steeds enkele objecten uit het interieur: een lamp, een bed, de ontbijttafel.

De werken van Raedecker zijn monochroom, meestal in een koele lichte tint of een vrij donkere kleur. In zijn vroeger werk is de achtergrond geschilderd en de details zijn geborduurd. In zijn latere werken gebruikt hij een ingewikkeldere techniek. Hij maakt kleine demo’s, die hij vervolgens inscant en dan bewerkt en weer uitprint op het uiteindelijke doek. Dat hij hiermee ook nog een soort druktechniek aan zijn werk toevoegt, vind ik wel fascinerend. Dat kan dus ook!

Ik heb overal met mijn neus bovenop gestaan om te kijken op welke manieren hij draad en verf met elkaar combineert. Wat mij allereerst opviel is dat hij draden van allerlei diktes gebruikt, hele dunne draden als reliëf in de achtergrond maar ook kabels van draden die hij tot boomstammen verwerkt. Wel grappig dat dit het eerste is wat ik zie, nadat ik vorige week in het blog over Miró constateerde dat variatie in lijnen interessant is. Het werkt met draad ook.

Wat ik ook zag, was dat niet alle draden geborduurd zijn: sommigen zitten in de verf geplakt. Die vormen lijnen in de achtergrond, zijn als het ware opgenomen in het geverfd vlak. Daar kreeg ik ook wel inspiratie van. Ik heb al een paar maanden niet geschilderd, maar toen ik dit zag, kreeg ik zin om dat uit te proberen.

Persoonlijk vind ik zijn werken wel wat koel. Dat komt door zijn kleurgebruik maar ook doordat er nergens mensen te zien zijn. Ik vind het vrij afstandelijke, cleane voorstellingen. Zelf schrijft hij dat zijn werk juist door het ontbreken van de mens in zijn werk OVER de mens gaat. In de podcast vertelt hij dat hij wel geprobeerd heeft portretten te maken, maar dat hij (nog) niet ziet hoe figuren in het werk passen. Maar hij sluit het niet uit in de toekomst.

“Alle schilderijen in deze tentoonstelling gaan over de aanwezigheid, maar visuele afwezigheid van ons in relatie tot onze omgeving; binnen en buiten. Het landschap, de voorstedelijke omgeving waar de natuur door de mens gebouwde woningen ontmoet. De schilderijen laten zien waar we wonen, de buitenkant van het interieur en ook de verscheidenheid aan spullen die we verzamelen om onze leefomgeving persoonlijk en huiselijk te maken. Ik observeer, vertaal en zet mensen aan het denken over de vraag van ‘waar’ we bestaan.” Zo staat het in het persbericht.

Ik denk pas nu na over deze vragen. De huizen en plekken die hij vastlegt doen mij denken aan films die ergens in Amerika spelen. Het zegt niets over waar ik woon. Ik zie ruimte, eenzaamheid maar ook wel rust. In andere werken is die omgeving unheimisch en verwacht ik ieder moment zo’n ouderwetse auto met een agent a la Fargo uit te stappen. In het huis zitten dan gevaarlijke criminelen en het eindigt in een bloedbad.

Bij de tentoonstelling kon je een hele dure catalogus kopen. Wat ik dus wel gedaan heb.. Ik heb het idee dat Michael Raedecker in mijn boekenkast hoort. Zijn werk voelt als belangrijk voor mij. Niet inhoudelijk, niet qua kleurgebruik, maar wel qua materiaalgebruik en door hoe hij laat zien hoe je schilderkunst en borduren kunt samenvoegen tot een goed beeldend verhaal.

bijschriften:
– Michael Raedecker, and the grass won’t pay no mind, 1997, courtesy GRIMM
– Michael Raedecker, parallel visitation, 2021, courtesy GRIMM
– Michael Raedecker, entiodromia, 2019-20, courtesy GRIMM

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *