landschap,  mind,  textiel

Hoe mijn reptielenbrein mijn creatieve proces probeert te ondermijnen

Tot nu toe houd ik me aan mijn voornemen om me een paar maanden te concentreren op één bepaald pad. Mijn docent zei: ‘Blijf maar even bij collage,’ dus dat ben ik aan het doen. Collages op papier én collages van stof. Maar ondertussen zegt heel mijn wezen: ‘Waar ben je toch mee bezig? GA IETS ANDERS DOEN.’  Mijn flight modus staat op alarm. Wat nu?

Bij de stoffen collages combineer ik stukjes stof (sommigen zelf geverfd, anderen erbij verzameld), met stukjes papier, tot een compositie waarover ik dan weer andere stoffen naai, lijnen en steken borduur en ook wel random dingen (stro, pitten) vast maak. Tot nu toe heb ik er een stuk of tien gemaakt, waarbij ik de meeste afgekeurd heb, nog niet goed genoeg vind.

Maar bij de laatste drie ben ik best tevreden over het resultaat. Het is geworden zoals ik in mijn hoofd had. Het is een geheel, het is landschappelijk, het is gelaagd, het heeft mooie doorlopende lijnen en het past allemaal bij elkaar. En tegelijkertijd is het ontstaan doordat ik iedere keer heb gereageerd op wat ik zag en dingen liet gebeuren.

Ik kijk ernaar en denk: dit doen zoveel mensen. Het hele internet staat ermee vol. Het is niet origineel, het is klein, het is veel te subtiel, het is te makkelijk. Het kost te veel tijd. Het is veel te vrouwelijk, het gaat totaal niet over mijn eigen grenzen heen, het is te beheerst, te bedacht (wat dus niet waar is) en ergens ook te weinig iets herkenbaars. Conclusie: Dit is veel te veel binnen mijn eigen comfortzone, dit is geen kunst, het is handwerk. Of te wel: ga iets anders doen. Stoffen collages maken is duidelijk niet de juiste techniek.

Een flight reactie komt voort uit angst, lees ik op internet. Je kunt er tegenin gaan door je op het einddoel te blijven focussen. Ik moet mijn reptielenbrein (die blijkbaar de baas is over deze processen) ontspannen door ademhalingsoefeningen te doen, en er geruststellende dingen zeggen. We kunnen dit, het komt goed én gaat uiteindelijk iets goeds opleveren.

Waarom slaat mijn reptielenbrein juist nu aan? Waar ben ik bang voor? Falen. Wat nu als ik door push en er komt niets goeds uit? Dan faal ik. Word ik misschien nooit een echte kunstenaar (wat dat dan ook mag wezen). Iets anders gaan doen, voelt dat veiliger, want dan houd ik de droom van wat er ooit uiteindelijk zou kunnen.

Opeens moet ik denken aan The Artist’s Way. Ik zoek door mijn oude blogs en vind inderdaad iets interessants: de ‘creative u-turn’ (wie blogt, bewaart wat). Je brein probeert je altijd naar veiliger wateren te sturen. ‘We usually commit creative hara-kiri either on the eve of or in the wake of a first creative victory’. Dit is precies wat ik nu aan het doen ben. Ik weet natuurlijk niet of creative victory aan het komen is. Maar ik weet wel, dat ze eerder komt als ik door ga, dan wanneer ik iets anders ga doen.

In het blog over die creative u-turn schrijf ik dat ik het principe ‘steeds beter kan herkennen’… Niet dus 😉 Het blijft terugkomen. Alleen steeds op een genieperigere manier. Het is niet iets dat je één keer overwint en dan dus voor altijd hebt overwonnen, maar iets waar je brein je iedere keer weer opnieuw mee confronteert.

Ik zeg tegen mezelf dat het niet erg is om bang te zijn (compassie, positief blijven) en dat we gewoon stapje voor stapje verder durven. Nu iets anders gaan doen, dat is wat ik normaal zou doen. En dat ga ik dus even niet doen. Ik ga gewoon nieuwe stoffen collages maken. Kijk naar wat ik mooi vindt aan deze laatste drie, kijk naar wat ik anders zou willen en aan de slag. Zijn die niet goed (genoeg)? Dan maak ik er gewoon nog meer.

Lief reptielenbreintje, je hoeft niet bang te zijn. Het is maar een stukje stof, het bijt niet. We kunnen dit!

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *