Inspiratie op Barbara Hepworths ‘Family of men’
Ook bij de les over vorm en restvorm is het weer huiswerk om zelf een paar kunstenaars te bestuderen en van hen te leren. Nu dus kijkend naar hun gebruik van vorm en restvorm. De eerste kunstenaar waar ik aan dacht was Barbara Hepworth (1903-1975). Een paar jaar geleden bezocht ik een tentoonstelling van haar werk in het Kröller-Müller Museum in Otterlo. Hoe ze natuurlijke vormen stileerde en combineerde vond ik toen zeer evenwichtig. Hieronder de verschillende stappen die ik tot nu toe heb gezet.
Ik kies voor het werk Family of men, dat bestaat uit verschillende gestapelde vormen. In verschillende van die vormen zitten ronde of ovale gaten, waardoor je het land en de lucht achter het beeld kunt zien. De beelden ontroeren me. Het zijn negen beelden, die (zo lees ik) de verschillende stadia van leven verbeelden. Hoe verder ontwikkeld, hoe ingewikkelder de vorm.
Eerst teken ik in mijn schetsboek een aantal vormen, geïnspireerd op de beelden die op de foto te zien zijn. Ik heb een beetje een gemengde selectie gemaakt. In ieder geval vormen waar je doorheen kunt kijken. Deze vormen wil ik straks gebruiken om ze uit verschillende materialen te combineren tot weer nieuwe vormen (als iemand weet hoe dit te schrijven met minder ‘vormen’ dan hoor ik het graag ;)).
Ik knip de negen vormen uit jaren zeventig gordijnstof, die ik van de zomer bij de kringloop heb gevonden. Die stof past bij de tijd waarin de beelden zijn gemaakt (1970) en bij de afgeronde vormen (ook heel jaren zeventig).
De strepen uit de stof zitten op alle stukken op verschillende plekken. Ik gebruik de lijnen om de stukken aan elkaar te naaien. Ik vind het wel heel interessant hoe er nu weer allemaal nieuwe vormen ontstaan. Alle bruine stukken aan de linkerkant bijvoorbeeld, worden samen één grote bruine vorm. Ook ontstaan er verschillende nieuwe doorkijkjes.
Tegelijkertijd vind ik het beeld ook een beetje onrustig. Het maakt zo wel erg uit hoe de stukken uit de stof geknipt zijn.
Volgend probeersel was met de gelliplate. Ik heb de stukken ook uit karton geknipt. Die wil ik met acryl op de gelliplate afdrukken. Ik heb in mijn hoofd om zowel met de kartonnen vormen als met de restvormen te gaan werken.
In de praktijk blijken de kartonnen vormen vast te klitten aan het papier én aan de gelliplate. Ik heb dus geleerd dat acrylverf ook een soort lijm is. Maar met de restvorm kon ik eigenlijk ook al een heleboel. Hiernaast een van de variaties.
Ik ben er eigenlijk wel tevreden over. Ik ben ook tevreden over mijn werkhouding. Ik heb een gefocust onderzoek gedaan, meerdere keren gevarieerd op hetzelfde thema en niet gelijk weer door naar het volgende 😉
Deze stap had ik ook als eerste kunnen zetten, want gewoon een foto (net een andere dan die hierboven) natekenen. Daar had ik even zin in. Het landschap erbij voegt voor mijn gevoel bij het werk wat toe, maar niet voor het beeld (als de tekening). En hoewel het me wat meer gevoel geeft voor de 3D kant van het werk is het wel wat saai. Ik heb ze hier wel weer erg in het midden gezet. Misschien is het een idee om wat meer in te zoemen…
Een ingezoomde versie geeft een vrij statisch beeld. Ik vind het wel leuk hoe de vormen van het blad aflopen, maar het blijft een beetje saai en stijf. De wolkjes en het groen in de verte geven wel wat meer diepte, maar ik vind ze ook mijn beeld rommelig maken.
Misschien is het een idee om de vormen los te tekenen en dan wel met volume en dan daarmee nieuwe stapels maken.
Leuk idee maar tot nu toe nog niet uitgevoerd…
Ik kies er namelijk voor om weer terug te gaan naar het drukken. Ik wil de vormen met stof gaan drukken en er dan nieuwe stapelingen van maken. Hoe dat uitpakt kun je ook uitgebreid lezen in mijn tweede blog over onthaasten (en hoe dat dus niet lukte tijdens het drukken op het Kunstenhuis.
Als ik nu naar dit werk kijk (wat ik een van de betere van die serie vind) dan vind ik het mooi hoe je de verschillende structuren van de stoffen kunt zien en hoe er nieuwe vormen ontstaan door het overlappen van de stukken. Maar WAAR is het wit? Ik moet echt beginnen met nadenken over waar ik wit wil en dat dan dus AFDEKKEN voor ik alles op hoop van zegen onder de pers door draai…
De eerste variant van gordijnstof maakte me nieuwsgierig naar wat er zou gebeuren als ik de stukken op een andere manier uit de stof knip en dan volgens dezelfde regels aan elkaar naai. Je ziet dat er een heel andere vorm is ontstaan. Daar word ik dus heel blij van 🙂
Ik denk niet dat ik al helemaal klaar ben met deze vormen. Ik wil nog een keer (of meerdere keren) rustig de tijd nemen om ze te drukken, die tekeningen wil ik nog maken én ik vraag me af wat er gebeurd als ik de stoffen versie weer op de gordijnstof naai. Ik ga rustig verder.