Zes weken etsen
Mijn etsenlessen zitten er al weer op. Het ging veel te snel voorbij: iedere les van 2,5 uur was zo voorbij en die zes lessen ook 😊. Ik heb het idee dat ik een beetje aan de techniek heb kunnen ruiken, maar dat er nog veel meer te ontdekken valt.
Zoals ik al in mijn eerdere blog over mijn etscursus schreef, blijkt het etsen een zeer bewerkelijke techniek. Je moet je zinkplaatje eerst poetsen en de zijkanten bijvijlen. Daarna ontvetten en voorzien van een laagje was waarin je je ontwerp kunt aanbrengen. En dat ontwerp moet je van te voren doordenken en in spiegelbeeld zetten. Niet vergeten je papier te weken en plat (en nat) te bewaren.
Heb je de voorstelling in de was getekend en ook de zijkanten en de achterkant netjes afgedekt, dan kan de plaat in het zuur. Klokken hoe lang. oe lang hangt dan weer af van wat je wilt én van de sterkte van het zuur. Snel onder de kraan en voorzichtig drogen. Alles wat je de lichtste kleur grijs wilt hebben afdekken met was. Drogen en weer in het zuur. En dit kun je zo vaak herhalen als je wilt (gebonden aan de tijd die je hebt). Ben je klaar met de verschillende stadia, dan kan alle was eraf. Dat is nog best even poetsen, zeker als je veel extra was erop gedaan hebt.
Nu komt het ininkten: plaatje op de warme plaat en de inkt met een rubbertje overal zachtjes inwrijven. Dan de (meeste) inkt er weer afhalen… Eerst met telefoonboekpapier en later met de muis van je hand. Oh en heel veel je handen wassen. Dan kun je eindelijk gaan drukken. Plaatje onderop, papier boven, met daarop nog een laagje vilt. Alles door de drukpers en halleluja: je hebt je ets.
En dan denk ik: dat ene lijntje had ik donkerder gewild, het verschil tussen de lichtste kleur grijs en de middentoon is niet sterk genoeg, er zit nog een veegje in het wit. Dan wil ik het nog een keer doen, beter en mooier dan de eerste versie. Het is ook wel een techniek waar je een beetje gevoel voor moet krijgen. Wat doet het zuur? Hoe lang moet het zinkplaatje erin? Hoeveel inkt moet je laten zitten cq eraf halen?
Van de zes weken hebben we ongeveer vier lessen met zinkplaatjes gewerkt. In die weken heb ik met hard doorwerken drie etsen door het hele proces heen gehaald. De lessen duurden tweeënhalf uur en het was iedere week aanpoten om klaar te krijgen wat ik gedaan wilde hebben. Dan wilde ik er één in het zuur doen en een ander klaarmaken om met een waslaagje weer mee naar huis te nemen. Dat is bijna topsport.
Voor mijn ontwerpen heb ik delen gebruikt van twee tekeningen die ik eerder maakte. Kleur heb ik omgezet in structuurtjes. De eerste twee kleine etsjes komen uit één dezelfde tekening, de laatste, wat grotere, vindt zijn oorsprong in een andere tekening. Als ik ze naast elkaar leg, kan ik al wel zien dat ik gedurende die drie platen al beter ga snappen wat ik aan het doen ben.
Als ik naar de laatste ets kijk (die je hierboven ziet), dan denk ik dat hij best wel potentie heeft. Er zijn delen die ik goed vind, maar er is ook een stuk dat ik minder vind. Ik ben ervan overtuigd dat ik, als ik met een nieuwe plaat deze opzet opnieuw ga maken, dat ik dan een echt mooie ets kan maken. De witte vlakken vind ik goed werken, net als de donkere randen en de structuur van de knuffel.
Het is vooral de linker bovenhoek die anders is geworden dan ik had gedacht. De verschillende structuren lijken te veel op elkaar en zijn ook qua kleur te veel hetzelfde. Het meest linkse vlak had ik dezelfde kleur zwart willen hebben als rechts onder, maar dat is het niet geworden. Misschien zou ik daar bij de volgende druk meer inkt kunnen laten zitten. Maar het zou ook kunnen dat de groeven niet diep genoeg zijn.
Ik heb het idee dat ik nog maar een beetje geroken heb aan het etsen. Er valt nog een heleboel uit te proberen. Het grafiekatelier in het Kunstenhuis is voor mij sowieso een soort snoepwinkel. Kastenvol met verschillende materialen en technieken om uit te proberen. Het hangt een beetje af van wat voor ideeën ik in de zomer krijg of ik in september door ga. Maar op dit moment zou ik graag kijken wat ik er nog meer mee kan.