compositie,  inkt,  NAU,  tekenen

Het hoeft niet te lijken

Als je iets natekent kun je proberen het voorwerp zo dicht mogelijk te benaderen of je kunt proberen er iets van jezelf van te maken. En daar zijn natuurlijk allerlei gradaties in. Tijdens mijn laatste werkbespreking kreeg ik de tip: ‘laat de werkelijkheid meer los, laat je verbeelding spreken.’ Dit advies hangt boven mijn ezel.

Afgelopen zaterdag weer NAU. We moeten een voorwerp naschilderen met Oost-Indische Inkt. Ik ben heel erg bezig met het voorwerp. Hoe lopen de lijnen, hoe krijg ik het perspectief kloppend? Iedere keer als ik van mijn papier opkijk naar het voorwerp, lijkt het anders. Dit vind ik heel irritant. Het is alsof het voorwerp iedere keer van vorm verandert, terwijl ik zeker weet dat het niet leeft en stil staat. Ik blijf corrigeren ook al maakt dat het eindproduct niet beter (zie tips om overwerken te voorkomen).

Tijdens de nabespreking zie ik dat de meeste anderen zich veel minder van het voorwerp hebben aangetrokken. Ik zie veel variaties van het voorwerp, dat overal herkenbaar, maar nergens perfect is weergegeven. Ze hebben het voorwerp gebruikt om iets persoonlijks te maken. Ik zie veel stevigere varianten, bijna weg-geschilderde, abstracte en contrastrijke versies.

Een stoel, een tafel of een lamp zo goed mogelijk natekenen is iets wat best wel veel mensen kunnen. Het is knap, maar het is iets wat je kunt leren door heel veel te oefenen. En ik kan best wel aardig dingen natekenen. Maar daar gaat het eigenlijk niet om. Als kunstenaar dien je niet het onderwerp: het onderwerp dient jou.

Juist daar waar je zelf wat met het beeld doet, gaat het interessant worden. Ik merk dat ik dat een lastige hobbel vind. Tijdens het schilderen schiet ik in een reflex waarbij ik te veel aandacht besteed aan wat ik zie en minder aan wat ik op papier aan het zetten ben. Mijn aandacht is niet bij de verf maar bij het object. Ik dien het voorwerp in plaats van andersom.

Ik kan ondertussen een landschap best aardig naar mijn hand zetten. Daarvoor heb ik wel verschillende stappen nodig. Eerst maak ik een schets naar een foto of naar de werkelijkheid. Dan komt er een best letterlijke vertaling op papier. Daar ga ik dan vervolgens een beetje mee spelen. Door steeds opnieuw iets te doen met hetzelfde gegeven (en steeds minder naar het oorspronkelijke beeld te kijken) kom ik steeds verder van de werkelijkheid. Zo bereik ik een persoonlijkere versie, waarbij je soms nauwelijks meer kun zien dat het een landschap is. Daar gaat dus wel tijd overheen.

Het viel me zaterdag op dat mijn eerste impuls, mijn eerste reactie is nog steeds: het moet lijken. Mijn hoofd zegt steeds: ‘Ja maar zo IS het nu eenmaal,’ terwijl wat IS niet interessant hoeft te zijn. Ik probeer het maar als vooruitgang te zien, dat ik dit mechanisme bij mezelf herken. Want dan kan ik er iets mee.

Na de pauze heb ik bewust geprobeerd wat ik schilderde (dat gebaseerd was op de werkelijkheid) te doorbreken en de vormen meer een eigen leven te laten leiden. Dat was best spannend, maar gaf ook vrijheid en ruimte. Ik bleef wel weer gelijk in de volgende groef hangen (waardoor de verschillende versies toch ook wel weer erg op elkaar leken). Babysteps, zullen we maar zeggen 😊

Ik ben wel benieuwd hoe jullie dit ervaren. Laat een reactie achter als je een goede tip hebt.

2 Comments

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *