10 tips om je compositie te verbeteren
Waar moet je eigenlijk op letten als je een mooie compositie wil krijgen? Een vraag waar ik mijn internetresearch skills op los heb gelaten voor jullie (aangevuld met een beetje boek info). Natuurlijk verzoop ik gelijk alweer bijna in de verschillende aanwijzingen. Maar ik heb het terug weten te brengen naar tien tips 😉
1 Kies een goed uitgangspunt
Het beeld waarmee je begint maakt alles gelijk al makkelijker of moeilijker. Als je buiten zit te schilderen is er zoveel om je heen te zien, dat het goed is om van te voren voor jezelf duidelijk te verzinnen wat wel én wat niet binnen je kader valt. Een goed uitgelichte foto, met sterke licht donker contrast, maakt het een stuk makkelijker dan een onduidelijke foto van iets wat je snel uit een rijdende auto hebt vastgelegd.
2. Crop voor sterker beeld
Maak het beeld je eigen door het niet ‘gewoon’ over te nemen, maar kies er een gedeelte uit. Ga dichter op je onderwerp zitten om het meer nadruk te geven. Of kies voor meer afstand als dat iets zegt over hoe jij tegen het onderwerp aankijkt. Kies dan je formaat bij hoe je het onderwerp wilt vastleggen. Het is daarbij goed om ook dingen uit beeld te laten lopen. Dat zorgt ervoor dat de kijker meer in het beeld getrokken wordt.
3. Wat is het belangrijkste?
Uit zichzelf zullen de ogen van de kijker naar de horizon afdwalen. Wil je dat we ergens anders naar kijken, zul je de ogen een beetje moeten beïnvloeden. Waar wil je dat we naar kijken? Wat is het belangrijkste onderdeel / onderwerp op je schilderij? Dit noem je het focus punt. Je kunt dat punt benadrukken door er andere lijnen naartoe te laten lopen en door daar voor het grootste contrast te zorgen.
4. Denk voorgrond, midden en achtergrond
Dit is zeker belangrijk als je een landschap gaat schilderen (maar ook voor een stilleven). Zorg dat je voor jezelf weet waar de verschillende elementen zich bevinden. Het maakt het makkelijker om voor jezelf structuur te zien als je denkt in voorgrond, midden en achtergrond. Je kunt dan daarbij je kleurgebruik aanpassen, wat je scherper ziet etc. Meestal staat in het midden de meeste informatie, vormt de voorgrond een inleiding naar dat onderwerp en is de achtergrond… tja, de achtergrond.
Je kunt ook denken: wat is dominant en wat is een stuk minder belangrijk (subdominant). Alles wat minder belangrijk is, kan eventueel gewoon weg of op een andere manier behandeld worden.
5. Let op de verdeling van licht en donker
Zorg voor een duidelijke en logische verdeling van donker en licht over je werk. Daar waar het contrast tussen licht en donker het grootste is, daar glijdt het oog naar toe. Dus dat punt moet ergens bij je focus punt liggen. Denk in grote massa’s donker en licht. Dan kun je later nog wel een beetje variëren in de vlakken, maar staat je verdeling sterker.
6. zorg voor voldoende afwisseling in vormen
Gerg Albert schreef The Simple secret to better painting waarin hij stelt dat je je kunst kunt verbeteren door slechts één simpele regel toe te passen op je compositie. Hij stelt dat je moet proberen om zo min mogelijk herhaling in je compositie te hebben. Nu hoef je deze regel niet zo strikt te gaan naleven door nooit meer dan één keer dezelfde vorm te tekenen, maar het is goed om vooraf te denken: ik teken allemaal appels, is dat mooi met een ronde vaas, is is dan juist een langwerpige erbij interessanter?
Zonder dat je er erg in hebt willen vormen zich als vanzelf herhalen. Net als wanneer je aan het schrijven bent je soms zonder het te herkennen een bepaalde uitdrukking meerdere keren achter elkaar gebruikt. Dat lees je vaak pas achteraf. Wees je dus bewust van die onbewuste voorliefde voor herhalingen van vormen. In een landschap kruipen snel stiekem allemaal driehoeken (pizzapunten), waar in een stilleven weer andere vormen zich lijken te herhalen. Dit kun je steeds blijven checken.
7. kijk uit voor het aangeplante bomen syndroom
En dat brengt ons dan vanzelf bij het volgende punt. Want in het herhalen van dezelfde vorm of lijn schuilt het gevaar van het aangeplante bomen syndroom. Alles gaat zo op elkaar lijken dat het er niet meer natuurlijk uitziet. Dit krijg je ook snel als je haren gaat tekenen van een mens of een dier. Het zijn er zoveel dat je ze gedachteloos neerzet en ze veel te veel dezelfde vorm krijgen, waardoor het er onnatuurlijk en ongeïnspireerd uit gaat zien. En op de een of andere manier gebeurt ook dit zonder dat je er erg in hebt. Staat alles er ineens toch in nette rijen en allemaal even groot…
Daarbij schijnt het zo te zijn dat even aantallen sneller vervelen en statischer aanvoelen dan oneven aantallen. Oneven heeft gelijk al meer dynamiek. Dat kun je trouwens wel ook bewerkstelligen met een even aantal, maar dan moet je goed letten op de plek waar je ze neer zet. Niet steeds met dezelfde afstand ertussen, maar met meer variatie.
8. Zorg voor diepte door overlapping
Door voorwerpen voor elkaar te plaatsen ontstaat er diepte. Het is mooi om een groepje van drie appels niet gewoon op een rijtje te schilderen maar om ze een beetje voor en achter elkaar te plaatsen zodat ze een geheel gaan vormen. Dat is spannender om naar te kijken en minder statisch. Pas dan wel op dat de appels elkaar niet nèt raken, want dat zorgt voor onduidelijkheid bij de kijker.
9. Denk ook aan de hoeken
Het is wel fijn als er langs de randen van je schilderij niet te veel gebeurd wat de aandacht vraagt, maar vergeet deze stukken niet. Ze horen wel bij je schilderij. Om er minder nadruk te leggen, kun je daar de contrasten wat verkleinen. Elementen die nèt een stukje van je beeld aflopen geven ook een vreemd gevoel. Alsof je niet goed heb opgelet. Een beetje zoals een foto van een persoon maar je hebt alleen de voeten er niet op staan, of het puntje van de kerktoren.
10. Maak een paar opzetjes voordat je definitief kiest
Probeer een aantal composities uit. Bedenk wat voor effect ze hebben en wat je zou willen veranderen. En dan maak je nog een nieuwe schets. Net zo lang tot je tevreden bent. En als je tevreden bent, dan pas ga je het ‘echte’ werk beginnen.
Voor mij is dit te veel informatie om in één werk toe te passen. Gelukkig lees ik ook overal ‘regels zijn er om te breken’ en dat geldt zeker hier ook. Maak van je schilderij geen invuloefening, maar gebruik wat je kan gebruiken. Mij lijkt het wel een strak plan om er voor mezelf één of twee, misschien drie uit te pikken en me daarop te focussen. En als ik nu niet tevreden ben over mijn compositie kan ik de andere tips er naast leggen. Misschien zie ik dan wat ik kan verbeteren.