Mijn eerste ervaringen met grafiek
Sinds een paar weken volg ik een cursus ‘etsen’. Mijn eerste zinkplaatje heb ik onder handen, maar dat is nog work-in-progress. Wat al wel tot een afgerond resultaat heeft geleid, is drukken met een sappak en met een plastic plaatje. Heel spannend om aan het grote wiel van de drukpers te draaien en je gedrukte werk eronder vandaan te halen!
Mijn docenten op de NAU hebben aangegeven dat etsen niet echt een geschikte techniek is omdat het een zeer ambachtelijke en trage manier is om iets te maken (wat me natuurlijk juist aanspreekt). Tijdens het proces is er veel tijd voor denkwerk en het is geen techniek dat spontaniteit bevorderd. Ik ben eigenwijs en wil dat zelf ervaren plus de cursus was al betaald… Ik neem me wel voor om geen Rembrantesk werk te gaan produceren, maar te zoeken naar iets dat bij mij past.
Alleen van het grafieklokaal op de zolder van het Kunstenhuis wordt ik al blij. Het schuine dak, de verschillende hoekjes. Er zijn allemaal spannende nieuwe dingen te vinden zoals een enorme drukpers, allemaal warmteplaten en bakjes met verschillende soorten vloeistof. En ik leer allemaal nieuwe termen zoals ininkten, afslaan, burijn, mout. Ik ga daar goed op.
De eerste twee lessen vormen een opmaat voor het etsen in een zinken plaat. De eerste les kras ik een zelfportret in de binnenkant van een pak sap. Daarmee kan ik het ininkten en het afslaan oefenen. En voor het eerst iets door de drukpers halen. De tweede les doen we hetzelfde maar dan met een plastic plaatje.
Voor het ontwerp kies ik een stukje uit een tekening (die van de laatste tekenles op de NAU). Om te bepalen welk stukje schuif ik het plastic plaatje een beetje heen en waar over de tekening. Ik trek op de lichtbak (ja die heb ik) een stuk over, ben niet tevreden, doe het nog een keer. Ben dan bijna tevreden en pas het ontwerp aan. En niet vergeten het in spiegelbeeld te doen.
In plastic krassen blijkt best wel zwaar. Je moet echt kracht zetten en voor je het weet schiet je etspen uit de bocht. Oké, namasté. Dan maar geen superrechte lijnen. Structuurtjes gaat een stuk makkelijker. Ik kom erachter dat je de inkt meer of minder kunt wegpoetsen, wat effect heeft op het eindresultaat. En dat je de inkt ook naar een bepaalde kant kunt wegslaan, zodat er een beetje een beweging in komt. I Like!
Omdat ik iedere druk van het plastic plaatje met de hand manipuleer (de inkt anders weghaal) noem je dit een monodruk: geen enkele druk is hetzelfde. Ik vind ik het heel leuk om te doen en het geeft me energie. Als ik er thuis over vertel, kan ik bijna niet stil staan van enthousiasme. In mijn hoofd krijg ik allemaal ideeën van dingen die ik over elkaar zou kunnen drukken.
Na het sappak en het al wat bewerkelijkere plastic plaatje dacht ik dat het wel zou meevallen met die etstechniek. Zo lastig is het tot nu toe niet. Maar ‘echt’ etsen blijkt uit nog veel meer stappen te bestaan. Zo moet je voor je kunt beginnen met tekenen je zinken plaatje poetsen met zilver of koper poets (half uur werk), dan de zijkantjes schuin maken (kwartier), de plaat ontvetten (10 minuten) en dan met was insmeren (kwartier). Nog geen lijn gekrast!
Maar daarover een volgende keer. Ik ben nu ergens halverwege mijn eerste ets. Als het af is breng ik verslag uit. 😊
2 Comments
Paul Vermeulen
Welkom bij de club van drukkers!
Heel benieuwd naar je volgende stappen en ervaringen.
uiltje48
Ik ook!