10 tips om ‘overwerken’ aan te pakken
Na een paar dagen onder een dekentje sippen over hoe erg het toch wel niet is dat mijn schilderijen soms ‘overwerkt’ zijn, is het tijd voor een optimistischer blog. 😊 Want fouten zijn er om van te leren. En gelukkig is het Internet heel gul met tips en tricks voor als je jezelf wilt verbeteren. Ik heb een top tien samengesteld.
De tips vallen uiteen in twee soorten adviezen: dingen die je van te voren kunt doen om overwerken te voorkomen – denk aan je mindset en voorbereiding. Anderen zijn meer technisch van aard en geven aanwijzingen over dingen waar kun je tijdens het schilderen op kan letten.
1. Zorg voor een goede planning vooraf
Onderaan dit blog heb ik een youtube tutorial van Ian Roberts gezet. Zijn stelling is dat je met een goede compositie schets (en die bevat dan dus goede verdeling van licht en donker en niet te veel details) heel veel overwerking kunt vermijden. Zijn video’s gaan min of meer altijd over compositie (ze heten ook Mastering Composition) en ik vind ze zeer interessant.
In mijn geval kan ik me voorstellen dat het kan helpen om betere schetsen vooraf te maken. De keren dat ik dat heel bewust gedaan heb, vond ik dat goed werken. Een paar schetsen vooraf om de compositie te bepalen en te bedenken of het licht en donker in balans is, maakt het eindresultaat sterker. Ik doe het soms wel en soms niet en soms kan mijn schets duidelijker.
2. Geef jezelf minder tijd om het werk te maken
Bij de modelsessies die ik bij De Toets volg, krijgen we soms maar 25 minuten om een model vast te leggen. En dat is dan HET moment dat je kunt schilderen, als je wilt schilderen. En dat wil ik. Dus dan moet ik echte ven slikken en de turbo erop zetten. Voordeel is dat ik dan weinig tijd heb om te veel te gaan nadenken of twijfelen. Ik moet doorwerken. En dat geeft best goede resultaten.
Thuis zet ik ook wel eens een timer om mezelf te dwingen om door te werken. Het werkt best wel goed voor mij. Maar ik doe het dus niet altijd. Er zijn ook schilderijen waar ik steeds weer op terug gekomen ben, gedurende een bepaalde periode. Denk bijvoorbeeld aan het Eos Zelfportret, waar ik laatst ook een blog over schreef. Daar heb ik gedurende het hele jaar af met tussenposes aan gewerkt. En dat schilderij had ik echt niet kunnen maken als ik mezelf maar 25 minuten had gegeven. De vraag is dus nog even hoe je dit principe toe moet / kunt passen op een project als Eos.
3. Zorg dat je gefocust blijft
Als je ergens net aan begint, dan ben je vaak vol enthousiasme en dan ga je er vol voor, maar dat kan omslaan als het een beetje tegen zit. En ook verveling kan toe slaan, irritatie, hongerklop of een gebrek aan energie. Als je dat bij jezelf merkt, is het tijd om even afstand te nemen.
Want als je moe wordt, je concentratie verliest, niet gefocust bent, dan wordt de kans dat je iets doet waar je later spijt van krijgt groter. Sinds de opdracht ‘teken jezelf alleen in lijn en teken elke lijn precies’ ben ik me er meer van bewust dat ik de lijnen anders zet als ik echt gefocust ben. Ik begin ook te zien wanneer ik die focus verlies. De lijn wordt minder eigen, meer zomaar een lijn, meer van hetzelfde vaak ook.
Een bekende techniek om beter gefocust te blijven is de ‘pomedoro techniek’, waarbij je 25 minuten geconcentreerd aan een taak werkt om daarna 3 tot 5 minuten rust te nemen. Die cyclus herhaal je vier keer, voordat je een grotere pauze neemt. Het schijnt dat je met deze methode meer voor elkaar krijgt met meer concentratie. Misschien goed om eens uit te proberen.
4. Werk aan verschillende dingen tegelijkertijd
Volgens Nicolas Wilton is de makkelijkste manier om jezelf alert te houden om aan meerdere doeken tegelijk te werken. Probeer na ongeveer een uur te wisselen. Ik weet niet of je wel eens geprobeerd hebt om zijn podcast te volgen (ik raak er meestal de draad kwijt). Hij heeft een vrij zijige stem en hij is bijpassend zweverig in zijn aanpak: ‘The soul loves change and will reawaken when presented with a fresh opportunity to see and consider something new.’
Toch kan ik me wel goed voorstellen dat dit werkt. Ik vond het al prettig om Eos steeds weer even te laten staan voordat ik er weer mee verder ging. Ik ben nu Verf aan het lezen van Hans den Hartog Jager en daar lees ik ook dat veel kunstenaars op deze manier werken. Wilton voegt er nog aan toe dat je als je aan het tweede werk bezig bent, je vaak een goed idee krijgt voor het eerste. Dus het is ook nog eens goed voor je inspiratie.
5. Doe regelmatig eens stap naar achteren
Terwijl je aan het werk bent, kun je zo gefocust raken op dat stukje wat je op dat moment aan het schilderen bent, dat je de rest van het schilderij vergeet. En dan kan je makkelijk dat ene stukje overwerken. Dit herken ik ook wel bij mezelf, en het wordt me ook vaker gezegd: vergeet niet afstand te nemen. Meestal denk ik dan: laat me toch verder schilderen! Maar misschien moet ik eens beter luisteren 😊
6. versimpel de vormen die je ziet
Overwerken heeft ook vaak te maken met verzanden in details. Volgens Ian Roberts ben je al een heel eind als je de belangrijke grote vormen op de juiste plek hebt staan in de juiste toon.
7. Denk na over je toets
Iedere verftoets heeft zijn betekenis (een beetje als bij het schrijven van een verhaal: er valt niet zomaar ergens een mus van het dak. Dat heeft een betekenis ergens in het verhaal). Als het weet, zet je die streek zo simpel en direct als dat mogelijk is. Probeer vooraf te bedenken met wat voor toetsen je een vlak wilt vullen.
Én als je ze dan gezet hebt, laat ze dan zijn. Mijn instinct is om er gelijk weer overheen te gaan, waardoor de toetsen verdwijnen en het vlak glad wordt. ‘AFBLIJVEN’ zou ik bovenaan de ezel kunnen schrijven. Niet gelijk jezelf weer verwijderen. Ik las ergens dat je door steeds opnieuw op hetzelfde stukje te gaan schilderen, je overwerken in de hand werkt. Ik moet (en daar ben ik dus nu heel bewust mee bezig) leren mijn toets met rust te laten.
8. Laat alle onnodige details weg, die je beeld niet versterken maar verrommelen
Tijdens het schilderen gebruik ik vaak eerst een schets voor de opzet en dan daarna de foto voor de kleur en de detaillering. Dan zie ik op de foto allemaal dingen die ik in de schets had weggelaten en voor ik het weet zit ik die er toch weer in te schilderen. Soms kan dat leuk zijn, maar niet alle details hebben een functie in het schilderij. Dus dan hoeven ze er ook niet op. Een schilderij is geen kopie van een foto maar een interpretatie. Neem alleen wat essentieel is over op je schilderij.
9. Schraap verf weg van plekken waar je ontevreden over bent en ga er niet steeds opnieuw overheen
Natuurlijk zijn er altijd plekken op het schilderij waar je niet tevreden over bent. Als dat gebeurt is het zaak om zoveel mogelijk verf weg te schrapen voordat je gaat verbeteren. Als het goed is zorgt dit ervoor dat je kleuren minder modderig worden en je toets beter zichtbaar zal zijn. Afschrapen en opnieuw doen is het advies.
10. Verander niet impulsief van alles
Ook dit punt is herkenbaar. Zeker als mijn concentratie eigenlijk al op is. Dan heb ik de neiging om zomaar dingen te veranderen of toe te voegen. En daar heb ik eigenlijk achteraf altijd spijt van. Het advies had vooral betrekking op foutjes die je ziet. Ga daar niet zomaar iets verbeteren, maar denk eerst even na wat je precies anders wilt en hoe dat past in het groter plaatje. Maar ik denk dat mijn interpretatie ook belangrijk is.
Dat waren de tien adviezen die ik bij elkaar gesprokkeld heb van onder andere Sophie Ploeg, Ian Roberts, Dan Schultz en Nicolas Wilton. Eigenlijk komen deze adviezen samen neer op een ultrakorte cursus ‘‘how to make art’. Als ik deze tien punten onder de knie heb, dan ben ik volgens mij een hele pro!