Het belang van de lijn
Afgelopen zaterdag weer les gehad bij de NAU. Dit keer stond de lijn centraal. We zijn gevraagd om niet de lesstof te delen op het internet (inclusief het werk gemaakt op les) dus daar zal ik in dit blog niet veel over vertellen. Waar ik het wel over kan hebben is de lijn én mijn persoonlijke strijd met dat concept.
In de challenge die ik me gesteld heb deze maand (abstraheer een landschap tot maximaal drie vlakken en vijf lijnen maar zorg dat het nog wel een landschap lijkt) stuitte ik al op een bijna filosofische vraag: wanneer is iets een lijn en wanneer wordt het een vlak? Het woordenboek geeft voor lijn de uitleg: ‘lange streep’ en voor vlak: ‘oppervlakte’ en ‘gebied’. Als ik die vraag google verdwaal ik tussen de wiskundige definities, die voor het tekenen te specifiek zijn.
Een klassieke manier van het onderscheid tussen tekenen en schilderen aangeven is door ze te verbinden met lijn en vlak. Tekenen doe je door lijnen te zetten, schilderen is het aanbrengen van vlakken. Maar je kunt ook bij het tekenen een vlak aanbrengen: houd je houtskool scheef en je lijn is zo dik dat het ok als een vlak kunt zien. Waar ligt die overgang? Ik denk dat het een kwestie van aanvoelen is. Hieronder zie je een aantal ‘lijnen’. Ergens vind je hetgeen je ziet geen lijn meer, maar een vlak. Dat kan per persoon verschillen.
Oefenen, oefenen, oefenen
Op de NAU ligt bij het vak tekenen ook veel nadruk op de lijn. Ik heb als huiswerk gekregen om iedere dag een lijntekening te maken. En in de eerste les zijn we vooral aan het oefenen op onze lijnvoering. Je hele lichaam heeft een effect op de lijn die je zet. Daar waar het moeilijker gaat, zie je dat in je lijnvoering. Dat is niet erg, dat maakt je lijn uniek. En dat is bij iedereen anders.
Het eerste dat ik leer is dat ik veel te krampachtig bezig ben (ja zeg het maar… wie heeft er zich te veel verheugd op een bepaalde les?) en dat ik veel te stijf ben. Quote: ‘je moet op gymnastiek’. Ik maak steeds een vreemd beweging met mijn pols, daar waar ik eigenlijk alle beweging uit mijn schouder zou moeten halen. Het frustreert me enorm dat me dit niet lukt.
Hoewel ik al lang geen frozen shoulder meer heb, voelt hij nog altijd als een zwakke schakel én minder mobiel dan vroeger. De vraag is natuurlijk ook wel: in hoeverre is dit een idee in mijn hoofd en vermijd ik de beweging toch op de een of andere manier? Ik heb nu spierpijn in mijn nek en de bovenkant van mijn schouder. Dat betekent in ieder geval dat ik mijn oefeningen weer wat frequenter moet gaan doen. Niet dat ik er mee gestopt was (nee Lou ik zou niet durven), maar vaker kan zeker 😉
Treurige cello muziek
Ook het grote project waar ik me in de middag doorheen worstelde was één grote oefening in loslaten en doorzetten. Gewoon beginnen en dat laten groeien tot het iets geworden is, is veel te intuïtief voor mij. Dan ziet zo’n groot wit vlak er bijna bedreigend uit.
Ik dacht een gulden middenweg te hebben gevonden door in mijn hoofd te denken aan een muziekstuk waar ik de afgelopen weken vaker naar geluisterd heb: Quatuor pour la fin du Temps. Van Olivier Messiaen (die had ook synesthesie). Een stuk dat je wel moet raken. Zeker als je beseft dat Messiaen het gecomponeerd heeft toen hij krijgsgevangen zat tijdens WOII. De warme ronde klanken van de cello en het harde van de omstandigheden lijken een mooi uitgangspunt.
Klinkt goed, maar het werd niets. Het bleef te bedacht, te voorzichtig en te licht van kleur. Er zaten stukjes bij, die ik als achtergrond voor een landschap zou kunnen gebruiken, maar veel voelde vooral als los zand. Op een gegeven moment werd ik zelfs zo wanhopig dat ik er ‘help help’ op ging schrijven. Mijn handschrift is toch niet te lezen. Voor mijn gevoel had ik nog nooit zo’n verschrikkelijke tekening gemaakt.
Toen ben ik even gaan zitten, slokje thee erbij. Ik moet iets radicaals doen, dacht ik, er moet echt iets gebeuren. Ik ben met grote bewegingen veel meer donker gaan aanbrengen. Het voelde wel goed omdat ik toch iets probeerde te doorbreken. Er is uiteindelijk bijna niets meer te zien van alle muzieklijnen en frustratieteksten. Toch zit het er wel in en geeft meer diepte aan het donker. Jammer dat ik alles wel weer ging afzwakken met wit krijt.
De docent zei bij de nabespreking dat ik moeilijk op gang kwam, maar dat ik toch wel resultaat had bereikt. Haar advies aan iedereen was om het werk even weg te leggen en dan over een paar dagen weer te kijken. Dus heb ik hem net pas opengerold en eerlijk gezegd valt het me niet tegen. Ik vind nog steeds dat een deel wel erg een rasterpatroon heeft, daar zou ik nog een keer overheen kunnen gaan. En ik zie mijn frustratie.
Maar waar ik zaterdag me irriteerde aan lijnen die een tegengestelde beweging hebben en elkaar kruisen, vind ik dat vandaag eigenlijk juist wel mooi. En grappig is dat ik er wel wat van de emoties die de muziek bij me oproept terug vind. Dat is toch wel interessant om te zien. Ook van dit werk hebben we afgesproken dat we het niet zullen delen, vandaar alleen een detail als afbeelding bij dit blog.