Wreck this painting!
Woensdag met De Toets buiten geschilderd. Het ging niet echt zoals ik in mijn hoofd had. Eigenlijk vond ik het resultaat helemaal niet zo interessant. Wat te doen? Moet je eigenlijk alles wat je maakt bewaren en af maken?
Naar de plaats van bestemming rijdend zie ik het al helemaal voor me. Het is een plek waar water is. Ik bedenk me dat ik mooi nog een laatste weerspiegeling kan schilderen en dat die dan goed past bij mijn selectie voor De Wijngaard. Zou leuk zijn als ik een extra olieverfschilderij had. Moet ik hem alleen nog even schilderen én dan liefst gelijk goed genoeg. (Voel je het al aankomen? Het noodlot?)
Ik kies voor een mooie boom, die al een beetje een herfstachtige uitstraling heeft. Hij staat aan de rand van de gracht en weerspiegeld erin. Aan mijn kant van het water staat een struik met mooie roze bloemetjes: die kan goed als voorgrond dienen. De weerspiegeling wordt wel een beetje verstoord door waterleliebladen. Maar misschien is het juist wel leuk dat het net wat anders is.
Ik maak een paar schetsen, ben steeds net niet tevreden, maar start met schilderen als ik met behulp van mijn camera een uitsnede vind die me aanspreekt. Ik begin voortvarend. Mijn achtergrond is vrij geel, het tafereel ook. Ik gebruik meer gelen en geel-groenen, meng sapgroen met verschillende kleuren geel en wit, voor de achtergrond Pruisisch blauw. Schilder lustig door.
Het is warm. Ik kom in de zon, verschuif alles een stukje. Kom weer in de zon, schuif weer terug en kom wéér in de zon. Het doek valt om. Ik baal. Ik worstel. Dan vind ik het te druk, te veel soorten groen, schilder er wat weg. Dan vind ik het weer te saai en ik schilder gelen in de boom. Maar ik blijf iets missen. Misschien is het diepte. De bladeren van de boom hangen over het water, maar dat zie je bijna niet. Ik probeer meer contrasten toe te voegen. Het water verandert langzaam in een bruinige smurrie kleur. Een beetje geïrriteerd pak ik aan het einde van de ochtend mijn spullen in.
Weer thuis zet ik het werk tegen een stoel. Ik zit aan tafel en staar er naar. Ik moet het eerst laten drogen. Zo kan ik er niets meer mee. Het is olieverf, dus dat duurt minstens een week. Ik vraag me af waar ik het weg zal zetten en besluit om het, zolang met atelier nog niet af is, in de woonkamer te laten staan. Als het droog is, kijk ik wel verder.
Maar hoe langer het doek daar staat, hoe minder zin ik krijg om het af te maken. De compositie is redelijk, maar eigenlijk vind ik mijn boom niet mooi en een te groot deel van het doek beslaan. En het verschil tussen licht en donker is zo groot. Ik heb weer eens niet goed op de toonwaarde gelet. Het geel is te geel, het groen te groen. En het paars van de bloemetjes in de voorgrond staat te los. Dan besef ik me dat ik het rood waarmee ik de bloemen heb gemaakt, in het groen had moeten stoppen. Er zit nu geen samenhang in de kleur.
Eigenlijk wil ik alles anders.
Maar als ik nu straks kies welk schilderij ik ga schilderen, kies ik dan deze? Zou ik dan kiezen om deze voorstelling opnieuw te schilderen? Nee, besef ik. Nee. Ik heb hier eigenlijk helemaal geen zin in. Het is een project dat al gedoemd was te mislukken door de druk die ik erop legde. Ik schilderde het niet voor mijn plezier, maar omdat het een goede aanvulling zou kunnen zijn. Daarvoor is het nu nooit meer op tijd klaar. Ik voel alleen maar tegenzin bij dit project.
Ik pak een doekje en veeg ermee over het werk. De olieverf is nog lang niet droog en geeft mee. Langzaam verdwijnen de bomen en de waterlelies, het plantje op de voorgrond en het Pruisisch blauw in de verte. Langzaam verandert alles in een groengele smurrie. Alsof je uit het raam van een snel rijdende trein naar het landschap kijkt. Het ziet er best wel cool uit. Een hele interessante achtergrond voor een ander project.
Het geeft me een goed gevoel dit te doen. Een machtig gevoel zelfs, ik voel me in control. Ik hoef niet alles af te maken. Ik kan er ook voor kiezen om wat ik heb gemaakt te veranderen, her te gebruiken of zelfs te vernietigen. En dat mag ook als ik niet alles heb gedaan om er wat van te maken. Als ik het idee hebt, dat het nergens heen gaat, mag ik er ook mee stoppen.