Let it go, let it gooo
Eind mei heb ik (net als vorig jaar) de Find Your Joy taster van Louise Fletcher – misschien ken je haar van de populaire Engelse podcast Art Juice – gedaan. Louise legt de nadruk niet op het aanleren van techniek, maar op het volgen van de dingen in het schilderen die je echt leuk vindt. Combineer die en je vindt uiteindelijk je eigen stijl. Wat heeft deze opfrisser me gebracht?
Kerngedachte van Louise is dus dat iedereen een unieke eigen stijl heeft en dat je die kan vinden door te onderzoeken wat je leuk vind in het maakproces en je daarop te concentreren. Belangrijk is daarbij om niet te denken aan het eindproduct, maar steeds zoveel mogelijk alleen met het proces bezig te zijn. Speel, experimenteer, probeer dingen uit en ‘notice’ wat je ‘joy’ brengt. Zelf werkt ze abstract, maar haar ideeën kun je ook toepassen op figuratief werken.
Ik besluit om aquarel als uitgangspunt te nemen. De opdrachten zijn hetzelfde als vorig jaar. De eerste klinkt makkelijk: vul een zo groot mogelijk vel door te spelen met verf. Bij de tweede opdracht moet je zoveel mogelijk nieuwe dingen uitproberen en dat wat je leuk vindt in je eigen werk toepassen. De derde opdracht is: schilder een lelijk schilderij. En de laatste opdracht gaat over het effect van jezelf restricties opleggen (waardoor je creatiever moet / kunt zijn).
Dit jaar heb ik op het Kunstenhuis veelvuldig gehoord dat ik krachtiger moest schilderen, niet bang zijn. Zo vaak dat ik er van in een kramp begon te schieten. Ook Louise legt veel nadruk op loslaten en dan vooral op het loslaten van je fixatie op het eindproduct. Als je te veel bezig bent met maken van een ‘goed schilderij’, zorgt dat paradoxaal genoeg juist voor minder resultaat. Als ik een tijdje naar haar heb geluisterd, krijg ik echt zin om van alles uit te proberen.
Al voor de eerste les besluit ik om in ieder geval ‘zuinigheid’ los te laten. Hoezo geen grote vellen gebruiken, omdat dat is zo zonde als het mislukt? En waarom zo weinig verf? Waarom eerst opmaken wat ik nog op mijn palet heb zitten. Nee. Kies, pak, gebruik. En dat heb ik de hele week volgehouden.
Met de eerste opdracht heb ik, net als vorig jaar toch wel weer moeite. Het lijkt zo weinig ‘nuttig’ om maar gewoon een groot vel vol met verf te kladderen en verder nergens bij na te denken. Ook al weet ik ondertussen dat door het verwijderen van het tape dat je er van te voren op moet plakken, je uiteindelijk een leuk resultaat krijgt. ‘Just play’ zegt Louise, ‘Remember, we don’t care about the result. Just the sense of freedom. See if you can push the inner critic further away.’
Schilderen geeft mij inderdaad een gevoel van vrijheid, ik ben de king of this universe. Alle beslissingen heb ik zelf in de hand. Misschien is dat gelijk ook wat zo angstig is: alle fouten zijn ook mij aan te rekenen. Maar als je minder aan het resultaat hangt, ieder werk ziet als een ontdekking van wat nog komen kan, dan ligt de wereld open. Ga ervanuit dat minstens de helft mislukt en probeer dat niet te controleren, maar te beleven. Let it go, let it goooo!
De rest van de week heb ik mijn nieuwsgierigheid gevolgd. Ik heb grote vellen gevuld met aquarelverf rechtstreeks uit de tube. De truck van Louise van opdracht 1 herhaalt met een landschap. De verschillende stukken weer los van elkaar met rietpen, houtskool of pastelpotlood bewerkt. Nog een versie gemaakt én nog eentje. Gescheurd, gedraaid, gecombineerd, verf erover, verf eronder. Ik vond het echt top. Er kan nog zoveel meer, dan ik in eerste instantie denk.
Ik merk dat ik het echt leuk vond om op een groot vel met aquarel te spelen. Je hebt veel meer ruimte om de verf te laten lopen. En daar dan weer met andere materialen op door te werken is ook fijn. Het scheuren en opnieuw samenstellen van beelden geeft ook nieuwe mogelijkheden. Ik vond de gescheurde rafelrandjes erg mooi. Ik heb steeds hetzelfde landschap gebruikt als inspiratiebron. Het is interessant om te merken dat ik gedurende de week steeds verder van het oorspronkelijke landschap afdwaal. Het landschap gaat haar eigen leven leiden.