Wat heeft The Artist’s Way me opgeleverd?
Ondertussen heb ik The Artist’s Way van Julia Cameron helemaal afgemaakt. Ik vond het echt een fantastisch boek en heb met veel aandacht en plezier de oefeningen gemaakt. Het heeft me inzichten gegeven over mezelf en over creativiteit in het algemeen. Ik vond het jammer dat het uit was. Tijd voor een re-cap.
Even kort voor iedereen die niet (meer) weet wat The Artist’s Way is. Het is een veel gebruikte methode om creativiteit bij mensen los te maken of te bevorderen. Julia Cameron schreef het boek in 1992 en daarmee is het een van de eerste personal development boeken die geschreven zijn én het blijkt nog steeds nuttig en leesbaar. Ik schreef een blog toen ik in januari begon met het boek en eentje halverwege.
Hieronder de belangrijkste inzichten:
Dagboek schrijven geeft me rust en focus
Een belangrijke tool van The Artist’s Way zijn de morning pages. Drie pagina’s dagboekschrijven voordat je iets anders gaat doen. Ik heb nog geen dag overgeslagen sinds ik ben begonnen. Het voelt zo rustgevend en goed om in een kwartiertje (en als nodig langer) wat je hoofd mistig maakt op het papier te zetten. Alleen al het geluid van mijn vulpen, krassend over het papier, maakt me blij.
Vaak komt er een passage waarbij ik zinnen begin met ‘ik zou eigenlijk’, of ‘wat me nu leuk lijkt’ of ‘misschien is het een idee als’. Dan weet ik dat ik moet opletten. Want daar begint een nieuw idee of een nieuwe ervaring; vaak ook een uitdaging of iets dat ik eigenlijk een beetje eng vind. Maar hé, als het achter zo’n zin staat, dan moet ik er iets mee. Je kunt alleen denken ‘dat zou ik wel leuk vinden’ maar je kunt het ook gewoon proberen.
Stel je open voor de mogelijkheden die het leven biedt
Julia Cameron schrijft over synchonicity. Als je iets graag wilt en je vraag de ruimte in gooit, zul je opties op je pad vinden. Ik vertaal dat met: stel je open voor de mogelijkheden die voorbij komen. Zeg ‘ja’ op ontmoetingen met oude vrienden, tegen dansen in de buitenlucht en zeg ‘ja’ tegen de optie om je werk te exposeren (hoe eng ook).
Bij De Toets vroegen ze mensen die hun werk in een verpleeghuis wilden laten zien. Een deel van mij zegt dan: daar ben je (nog) niet goed genoeg voor, dat is eng en misschien iets voor ooit… maar het lijkt me wel leuk. Tegenwoordig denk ik dan: die optie komt niet voor niets nu op mijn pad. Zeg ja in plaats van nee. Probeer het in plaats van er alleen over te denken. Dus melde ik me aan en nu ga ik in september exposeren! (Zie mij nu achter mijn laptop met op mijn gezicht dezelfde uitdrukking als bij De Scheeuw van Munch)
Ik heb doorzettingsvermogen en kan dingen afmaken
Dat ik mijn boek heb afgeschreven en heb ingestuurd voor een schrijfwedstrijd voelt als een enorme overwinning op mezelf. Het heeft mijn zelfvertrouwen een aardige boost gegeven 9ook al heb ik niet gewonnen). Misschien had ik zonder The Artist’s Way ook uiteindelijk wel mijn boek afgeschreven, maar dan had het nog wel heel wat langer geduurd.
Ik denk nu vaak: ‘als ik een boek kan afschrijven, moet ik X of Y ook kunnen.’ En dan ga ik iets proberen. Het is niet zo dat nu alles sneller gedaan wordt hier. We hebben alweer wekenlang geen gordijnen in de slaapkamer en het vervangen van een losse WC-bril gaat blijkbaar ook niet vanzelf. Maar ik heb meer vertrouwen in een goede afloop.
Ik herken steeds beter ‘creative U-turns’
Cameron schrijft dat je erop bedacht moet zijn dat je brein je naar veiliger wateren wil leiden door je de ene na de andere tegenargument te geven. Uit je schulp kruipen voelt shaky en out of control en dan wil je veiligheid. Ze noemt dit u-turns. ‘We usually commit creative hara-kiri either on the eve of or in the wake of a first creative victory’.
Het is dus handig te beseffen dat je de neiging hebt om voor veilig te gaan. Om kwetsbaarheid te vermijden. Dus als ik dan bij mezelf merkt dat ik dat doe (ik herken dat meestal tijdens het dagboekschrijven en dan komt er zo’n ‘ik zou eigenlijk’ zin) weet ik dat ik bij moet sturen. Ja exposeren is eng, maar als ik rustig aan de slag ga, komt het allemaal goed. Het is geen Stedelijk en het hoeft geen eindproduct van mijn totale artistieke visie te worden.
Volgens het boek is het goed om compassie te hebben met jezelf. Maar blijf niet in hangen in zelfmedelijden. Het advies is om al je negatieve gedachtes over het onderwerp op te schrijven, niet alleen angst, maar ook woedde of schaamte of wat dan ook, en daar tegenover wat het je gaat opleveren. Waar doe je het voor? Door je negatieve gedachten op te schrijven worden ze minder groot, zeker als je ook ziet wat de plussen zijn.
Schilderen gaat het best met zo min mogelijk verwachtingen
Denk niet aan geld, succes, roem, eindresultaat en wat dat voor je kan betekenen maar probeer alles wat je maakt vanuit nieuwsgierigheid en jezelf te maken. Hier legt Cameron veel nadruk op. Niet alleen angst kan je in de weg zitten, maar verwachtingen net zo goed. En dat merk ik zelf ook wel. Schilderen gaat het best als ik alleen met het schilderen bezig ben en niet met wat het moet worden of hoe goed het zou moeten worden. Dus dat is wel een uitdaging met betrekking tot de expositie…
Het is niet verkeerd om voor jezelf te kiezen
Het blijft lastig, dat ‘nee’ zeggen, je eigen behoeftes kennen en waarderen. Om je eigen weg, je eigen reis vorm te geven zonder daarbij te veel te denken aan wat anderen van je zouden willen. Maar ik merk wel dat als ik me goed voel omdat ik doe wat ik leuk vind, ik dat ook uitstraal en dat is voor anderen ook weer plezierig.
Zo heeft The Artist’s Way me in verschillende etappes meer inzichten gegeven. Met vragen over geld, gezondheid, de besteding van mijn tijd en over wat en wie ik nu echt belangrijk vind, heb ik helderder in beeld wat ik wil op die verschillende gebieden. Het voelt alsof ik gedurende de afgelopen maanden steeds meer sluiers van mijn eigen ‘ik’ heb afgetrokken. Veel ‘Ik zou wel willen maar..’ en ‘misschien ooit, maar niet nu’ onderwerpen probeer ik recht aan te kijken en te bedenken wat ik er mee wil.
Naar het einde toe ging ik steeds langzamer door de vragen heen, niet omdat ik de antwoorden niet kon verzinnen, maar omdat ik bang begon te worden om zonder de steun van het boek verder te gaan. Toen ik dat eenmaal opgeschreven had, moest ik het wel afmaken. Ook dat onder ogen zien. Ik kan het.