De Zee, de zee alleen
Afgelopen dagen heb ik De zee, de zee alleen van Tineke Hendriks gelezen. Een roman over het leven van de negentiende-eeuwse schilderes Betzy Akersloot-Berg (1850-1922). Ik heb het met plezier gelezen. Hendriks weet met vaart en leuke details het leven van deze eigenzinnige vrouw te schetsen. Ik geloof wat ze schrijft.
Het boek begint als de Noorse Betzy zich gevangen voelt in het leven in de stad, onder de hoedde van haar moeder, die haar het liefste getrouwd ziet. Betzy heeft andere plannen. Ze wil schilderen en vrij zijn om haar eigen leven te leiden. Ze kiest ervoor om als zendeling naar Lapland te trekken. Daar komt ze in een hele kleine gemeenschap terecht omringt door de machtige natuur. Hoewel er eerst weinig ruimte is om te tekenen en te schilderen, bevestigd haar tijd hier wel haar doel om kunstenaar te worden.
Kunstenares worden is nog niet zo eenvoudig. De Kunstacademies waren in die tijd nog niet toegankelijk voor vrouwen. Ze mag wel cursussen volgen op de Koninklijke Tekenschool en neemt les bij Otto Sinding, schilder van kustlandschappen en zeestukken. In de zee vindt ze ook zelf het onderwerp dat haar het meeste boeit. Als ze het werk van Henrik Mesdag ziet, onze Hollandse koning van het zeestuk, weet ze hem ervan te overtuigen om haar les te geven. Zo komt ze in Nederland terecht.
Het lukt Hendriks goed om het avontuurlijke en ongedurige van Betsy’s karakter te vatten in woorden. Je voelt hoe ze zich gevangen voelt in al die regeltjes, die er voor vrouwen anders gelden dan voor mannen. Toen ik zelf mijn scriptie (lang geleden) over de negentiende-eeuwse Maria Bilders-van Bosse schreef, stuitte ik op dezelfde barrières. Daar waar Maria rustig en bedaard haar eigen ruimte zoekt, was Betsy meer iemand die zich geen blad voor de mond nam en haar vrijheid met hand en tand verdedigde.
De zee geschilderd
Hoewel Betsy ook wel andere dingen vastlegde, was het de zee die ze het liefste schilderde. Hoe wilder hoe beter. Volgens het boek liet ze zich tijdens een storm aan de mast van een boot vastmaken om het geweld van de zee zelf te ervaren. Ze hing aan vuurtorens en voer mee met een walvisvaarder. Uiteindelijk komt ze, met haar Hollandse man, op Vlieland terecht. Het huis – het Tromps Huys – waarin zij samen woonden is nu een museum.
Zelf schilder ik ook graag de zee. Mij gaat het om de luchten en de weerspiegeling daarvan in het water. Als ik Betzy’s werk bestudeer, zie ik dat ze haar kleuren mooi op elkaar heeft afgestemd. Ze weet heel veel net van elkaar verschillende tonen te maken voor het water en de lucht. Wat me ook opvalt is dat ze de zee niet voornamelijk horizontaal aanvliegt, maar die lijnen onderbreekt door toetsen in andere richtingen. En dat doet ze ook in de lucht. Hierdoor wordt het werk dynamischer.
Tijd voor een ‘steal like an artist’ met Betzy Akersloot – Berg. Ik heb een foto van Zeeland gebruikt, maar heb de kustlijn van het volgende eiland weggelaten. Ik gebruik de kleuren van mijn foto. Dat valt een stuk kleurrijker uit dan het werk van Betzy. Maar net als Betzy heb ik bootjes en vogeltjes toegevoegd. Vooral de vogels vind ik leuk. De bootjes een beetje too much.
Verder concentreer ik me er vooral op niet alle penseelstreken dezelfde kant op te zetten. Het voelt een beetje onwennig en voorzichtig maar het effect daarvan vind ik interessant. Het geeft inderdaad meer dynamiek. Vooral in de lucht vind ik dat best geslaagd. Dit zou nog wel eens een belangrijke les kunnen zijn.
Het is honderd jaar geleden dat Betzy Akersloot – Berg gestorven is. Het boek De zee, de zee alleen, is niet voor niets dit jaar uitgekomen. Die extra aandacht verdient Betzy. Ook het Tromp’s Huys op Vlieland besteedt extra aandacht aan dit jubileum.
Voor dit blog ontving ik een recensie exemplaar van De zee, de zee alleen van Tineke Hendriks, uitgegeven door Uitgeverij Orlando en te koop voor 23,99 via hun site en bij de boekhandel.