Wat is kleur?
Ik ben al vaker begonnen aan een blog over kleur, maar steeds ben ik er halverwege mee gestopt omdat ik in de knoop raakte met gebroken lichtstralen en andere natuurkundige shit als kegeltjes en prisma’s. Hoe moet ik die informatie rijmen met de kleuren in mijn tubes?
Toen vond ik bij de Kringloop het boek Kleurenleer Aquarel van Michael Wilcox. Een soort oefenboek, met ruimte om zelf je experimenten in toe te voegen. Hij beantwoordt de vraag ‘wat is kleur’ niet met één overkoepelend antwoord, maar hij geeft aan wat kleur is vanuit verschillende perspectieven. En dat was voor mij een eureka moment: kleur is voor een natuurkundige iets heel anders dan voor een kunstenaar. Wilcox onderscheidt ook nog het perspectief van de bioloog en zelf zou ik daar nog de historicus en de psycholoog aan toe willen voegen.
Het perspectief van de natuurkundige
Dit is dus gelijk het stuk dat voor mij het meest abstract is (ja papa, ik herinner mij onze natuurkunde bijlessen nog levendig) en waar ik mijn brein gelijk appelmoes voel worden. Isaac Newton ontdekte begin 18e eeuw dat gekleurd licht ontstaat bij de breking van wit licht in een prisma. Andersom ontstaat wit wanneer al die kleuren weer worden samengevoegd.
Het komt erop neer dat er zonder licht geen kleur is. Als er geen zon zou zijn, zou er ook geen kleur zijn. Het zonlicht (nagemaakt in lamplicht) bevat alle kleuren en deze kleuren worden door oppervlakten waarop zonlicht valt geabsorbeerd of gereflecteerd. De kleur van een voorwerp is niet, zoals je zou denken altijd hetzelfde. Een rode roos heeft in het donker niet meer dezelfde kleur rood. Dat is die bloem alleen bij een bepaald soort licht. Verandert het licht, dan verandert de kleur van de roos.
Het perspectief van de bioloog
De bioloog is vooral geïnteresseerd in de werking van het menselijk lichaam. Kleur is dan een prikkel die via de hersenen het oog bereikt. Ogen zijn in staat de energiedeeltjes die kleur bevatten te ontvangen. Vervolgens decoderen de ogen deze informatie en sturen weer een bericht naar de hersenen met de kleurervaring.
Uit onderzoek blijkt dat bij ingewikkelde kleurenschema’s onze hersenen kleuren selecteren, invullen en weglaten al naar gelang het beter uit komt. De voortdurende kleurvariaties, die door subtiele verschillen in het licht de hele tijd om ons heen plaats vinden, schakelen de hersen uit. Voorwerpen waarvan je hersenen hebben opgeslagen welke kleur ze hebben, krijgen die al voordat het oog ze echt heeft gedecodeerd.
Best wel cool. Dat verklaart ook waarom dat hele natuurkundige verhaal kan bestaan terwijl je er eigenlijk vrij weinig van merkt. En waarom het me soms moeite kost om dezelfde dingen te zien als anderen. Mijn hersenen vullen op hun eigen manier de vlekken in, net zoals iemand anders dat ook op zijn eigen manier doet. Ik weet dat het gras groen is, dus zie het al groen voordat ik er goed naar gekeken heb.
Het perspectief van de kunstenaar
Voor een kunstenaar is kleur een van de belangrijkste tools die hij heeft om zijn werk te vormen. Kleur wordt gebruikt om een bepaald effect te bereiken. Sfeer, vorm, perspectief en harmonie zijn allemaal bereikbaar met kleur. Kleur is voor hen een uitdrukkingsmiddel.
Als schilder maak je je verfkleuren door verschillende kleuren blauw, geel en rood met elkaar te mengen. Het hele verhaal van primaire, secundaire en tertiaire kleuren, die je ongetwijfeld wel kent, komt van Johannes Itten (1888-1967). Hier raakte ik vaker in de war omdat je dus van de natuurkundige niet rood, geel en blauw mee krijgt, maar rood, groen en blauw. Hoe kan dat?
Dat komt dus door het perspectief. Verf mengen is niet hetzelfde als licht mengen. Probeer dat niet precies op elkaar te leggen, want dan krijg je koppijn. Ik lees ook op internet dat Itten ongeveer klopt, maar dat je voor de perfecte kleur zwart cyaan, magenta en geel nodig hebt (inderdaad de kleuren die je tegenwoordig in je printer hebt zitten). Je zwart van rood, blauw en geel blijft altijd een beetje bruiner (levendig zou de kunstenaar zeggen 😉)
Het perspectief van de historicus
Kleuren hebben een rol gespeeld in de geschiedenis. Al in de tijd van de Grieken en de Romeinen bestonden er kleurenregels, waarbij bepaalde bevolkingsgroepen een bepaalde kleur niet mochten dragen. Kleuren zorgden voor een herkenbaar systeem waarin de sociale klassen waren ingedeeld. Fletse aarde tinten voor de plattelanders en het dure scharlaken rood voor een heel select gezelschap. Paarse kleurstof was heel duur, dus alleen voor de allerrijkste.
Door de eeuwen heen kregen kleuren zo betekenissen mee, die nog steeds een rol spelen in de manier waarop we kleuren ervaren. En dat brengt ons naar het laatste perspectief.
Het perspectief van de psycholoog
Kleur beïnvloed hoe we denken, hoe we ons voelen en hoe we ons gedragen. Onderzoek heeft aangetoond dat mensen binnen 90 seconden na de eerste indruk een onbewust oordeel vellen over een ander of een product. Tussen 62% en 90% van die beoordeling is alleen op kleur gebaseerd. (Bron: CCI COLOR – Institute for Color Research). Dat is best hoog!
De effecten en betekenissen van kleuren worden gebruikt in de marketing en in het dagelijks leven. Rood staat bijvoorbeeld voor passie, kracht, maar ook voor gevaar. Het is een kleur die erg goed opvalt. Daarom zijn verbodsborden in het verkeer rood. Tegelijkertijd ga je rood weer meer met opletten associëren omdat je dat zo gewend bent vanuit het verkeer. Het logo van Coca Cola valt ook lekker op net als hartjes, de tabberd van Sinterklaas en die giftige besjes die je maar beter niet kunt eten.
Voor mij helpt het om te beseffen dat een korte vraag als ‘wat is kleur’ geen kort antwoord heeft. Het is een containerbegrip dat voor iedereen wat anders betekent en dat alleen logisch uit te leggen valt als je rekening houdt met die verschillende betekenissen.
2 Comments
Esther
Mooi uiteengezet en leerzaam 😃
uiltje48
Dank je wel Esther!