Klassieke tekenkunst, ideaal of ouderwets?
Als je je een beetje verdiept in het leren tekenen kom je onherroepelijk het begrip ‘klassieke tekenkunst’ tegen. Daarmee wordt gerefereerd aan de door eeuwenoude traditie gevormde vaardigheden van het tekenen. Wat houdt dat in? Ik las het boek De Klassieke school – tekentechnieken van Juliette Aristides om meer te weten te komen.
Dat boek van Aristides staat zo vol met informatie, dat ik moeite moet doen om alles wat erin staat uit elkaar te rafelen. Stof genoeg voor meer dan één blog, dat kan ik je wel vast verklappen. Ik heb de insteek van dit blog ook al meerdere keren verandert omdat ik steeds te veel blijk te willen zeggen en onderwerpen door elkaar haal.
Klassieke kunst is in eerste instantie een term die gebruikt wordt voor de kunst die ze in de klassieke tijd – dus de tijd van de Grieken en de Romeinen – maakten. Of misschien nog strikter gedefinieerd: wat er is overgebleven van wat de Grieken en de Romeinen aan kunst maakten. Je kent het wel: die mooie marmeren beelden van goden, atleten en knappe dames. Ze ontwikkelden een manier om een perfecte mens te verbeelden. Centraal staan harmonieuze verhoudingen, rede, orde en schoonheid.
Het is best grappig te bedenken dat die serene klassieke beelden vroeger helemaal niet zo gemaakt zijn. Ze waren juist in felle kleuren geschilderd. En dat terwijl het nu die verstilde schoonheid van die witte beelden nog steeds tot onze verbeelding spreekt.
De menselijke figuur centraal
Na de Middeleeuwen ontstond er in de Renaissance een herontdekking van de klassieke tijd. Vooral het humanistische idee dat de mens de maat van alle dingen is, sprak aan. In 1506 werd tijdens het omspitten van een wijngaard een beeldengroep opgegraven die uitgroeide tot het symbool van de Klassieke kunst. Deze ‘Laocoöngroep’ – Laocoön en zijn twee zonen worstelend met slangen – geldt als het schoolvoorbeeld van hoe emotie en elegantie samen kunnen gaan. Ik vind het persoonlijk een druk beeld én niet echt chill, zo met die slangen.
Ook op het gebied van onderwijs werden de klassieken leidend. Er ontstonden academies, waar van die in Florence in 1562 de eerste was. De term academie is terug te voeren op de school van Plato die ongeveer 385 v. Chr. opgericht werd in Akademeia, een voorstad van Athene. Al snel bepaalden nationale academies de standaard voor de kunst: in Parijs de École des Beaux-Arts en in Londen de Royal Academy. En die standaard bleef gebaseerd op de Klassieken.
Deze Academies werden gezien als wetenschappelijke instituten. Het had een bepaalde status om daar te kunnen studeren. De opleiding was streng en heel gestructureerd. Studenten leerden de natuur tekenen volgens bepaalde regels. Daarbij waren begrippen als lijn, compositie, anatomie, proportie, toonwaarden en compositie belangrijk. Studenten begonnen met het kopiëren van tekeningen van klassieke meesters om zo de basisprincipes onder de knie te krijgen. Door het natekenen konden de studenten ervaren hoe het originele kunstwerk tot stand gekomen was.
Als ze het natekenen onder de knie hadden, mochten de studenten de gipsen kopieën van klassieke beelden gaan natekenen. Dat heb ik zelf even uitgeprobeerd (Smiley). Daarna pas, mochten ze levende modellen schetsen. De opleiding was erg gericht op het weergeven van de mens. De menselijke figuur afbeelden werd gezien als het belangrijkste onderdeel van de schilderkunst. De mens als middelpunt van het universum. De grootste opdrachten voor kunstenaars kwamen van de machthebbers; voorstellingen uit de klassieke literatuur, de mythologie of de bijbel.
Wat grappig is, is dat er tot 1863 geen schilderles gegeven werd op de Academie, alleen tekenles. Pas aan het eind van de opleiding trad de student toe tot een studio van een academicus en kon hij leren hoe hij moest schilderen. Tekenen werd gezien als een intellectuele bezigheid (iets dat je kunt leren op een academie) en was daarmee het fundament van het kunstenaarschap. Schilderen, werken in kleur leerde je later.
Als we het nu hebben over de klassieke tekenkunst bedoelen we dus de klassieke manier van leren tekenen, zoals die in de achttiende en negentiende eeuw op de academies werd aangeleerd. En die is dus weer geïnspireerd door de klassieke beeldhouwkunst. Hoewel dat vasthouden aan oude methodes en nog oudere beeldtaal ouderwets aandoet, blijven principes als lijn, compositie en toonwaarden van belang bij het tekenen. En daarmee, blijft ook de klassieke tekenkunst interessant om je in te verdiepen.