Life in perspective: Erie Merkus zestig jaar
Erie Merkus, voorzitter van De Toets – de schildervereniging van Zeist – viert dit weekend zijn zestigste verjaardag met een solotentoonstelling én stopt met werken om zich te kunnen concentreren op de ‘andere leuke dingen in het leven’. Goede redenen om een avondje langs te gaan en hem te vragen naar zijn plannen en zijn visie op schilderen.
‘Ik ben benieuwd naar het nieuwe leven dat gaat beginnen. Ik ga mijn werk missen, maar er zijn nog zoveel andere dingen die ik ook leuk vind en daar wil ik nu meer tijd aan besteden: lezen, schrijven, filosofie, weer studeren misschien en natuurlijk schilderen. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik het eerste half jaar een beetje mag freewheelen, maar ik wil niet de rest van mijn leven op de bank hangen. Het lijkt me wel een uitdaging om de motivatie helemaal uit mezelf te halen.’
Meer dan een hobby
Persoonlijk denk ik dat het Erie wel gaat lukken om zichzelf te motiveren. Want hij haalt tenslotte de motivatie voor het schilderen nu ook al uit zichzelf. Hij begon tijdens zijn studententijd serieus met schilderen en is nooit meer gestopt. ‘Schilderen voelt als meer dan een hobby. Het zit altijd in mijn achterhoofd; iets in mijn wezen is er altijd mee bezig. Schilderen is voor mij een uiting van wat er zich in mijn binnenste afspeelt’.
‘De drive om te blijven schilderen heeft ook met frustratie te maken. Soms kijk ik naar wat ik schilder en denk: mijn hemel het is alsof ik nog nooit eerder geschilderd heb. Ik blijf het proberen, maar het is een worsteling. Maar juist dat maakt het leuk en houdt het interessant. Als het altijd lukt zou het saai zijn. Dan zou de lol er snel af zijn. Je moet niet bang zijn om slecht werk te maken. Van elk schilderij leer je.’
Toch heeft hij er nooit over gedacht om de kunstacademie te gaan doen. ‘Dan zou ik fulltime met het schilderen bezig moeten zijn en daarvoor heb ik te veel andere interesses. Ik vond mijn werk ook veel te leuk. Schilderen vulde mijn werk goed aan, want voor mijn werk zat ik veel in mijn hoofd terwijl schilderen iets heel anders van je vraagt. Daarnaast heb ik niet de ambitie om met kunst mijn brood te verdienen. Nu kan ik schilderen wat ik wil en hoef ik mij niet af te vragen of het verkoopt of niet. Ik ben nu veel vrijer.’
‘Ik kan ook niet veel met het verschil tussen amateurs en professionele kunstenaars. Er zijn amateurs die beter kunnen schilderen dan sommige professionals. En wanneer ben je een pro? Als je je brood ermee kunt verdienen? Als je de academie hebt gedaan? Ik denk dat je een pro bent als schilderen een onderdeel van je wezen is. Het heeft wel een tijdje geduurd, maar ik zie mezelf ondertussen wel als een kunstenaar.’
Fascinatie voor mensen
Op bijna alle schilderijen van Erie staat de mens centraal. Toen hij begon met schilderen, maakte hij vaker uitstapjes naar andere onderwerpen, maar de focus op mensen werd steeds duidelijker zichtbaar. ‘Ik heb nog steeds het idee dat ik dat nog niet goed genoeg beheers en dat maakt het interessant. Het blijft een uitdaging om de houding, de uitdrukking en de verhoudingen goed te krijgen en dat maakt het leuk. Op mensen raak je niet uitgekeken.’
Voor een expositie in 2004 zette hij alle schilderijen die hij wilde laten zien op een rij. ‘Toen viel me op dat alle modellen in zichzelf gekeerd zijn, ze stralen uit dat ze zich comfortabel voelen in hun lijf. Ze leken ’Ik ben goed zoals ik ben’ te zeggen. Dit komt overeen met hoe ik tegen mensen aankijk en blijkbaar is dat zichtbaar in mijn schilderijen.’
‘Ik ben pedagoog en daarbij staat de ontwikkeling van mensen centraal. Je moet perspectief hebben om naar toe te kunnen bewegen. Perspectief op een zo zelfstandig mogelijk leven, op een zo waardig mogelijk leven. Ik heb altijd gewerkt voor mensen voor wie perspectief niet vanzelfsprekend is. Vandaar de titel van mijn tentoonstelling: Life in Perspective. Het zegt ook iets over mezelf: ik ga nu zelf ook een nieuw perspectief tegemoet.’
‘Het doel van opvoeden is om jezelf als opvoeder overbodig te maken. Je voedt kinderen op tot authentieke eigen wezens en leert ze zich te verhouden tot de wereld, vrienden, familie; om open te staan voor wat je van elkaar kan leren.’ Dit verbeeldt Erie in zijn werk door soms achter zijn figuren iconische gebouwen zoals Griekse tempels of Gotische kathedralen te plaatsen. ‘Culturele ontwikkeling gaat niet vanzelf. Je moet er iets voor doen.’
Tweerichtingsverkeer
Zijn visie op opvoeding en zijn houding in het leven spreken uit Eries werk. ‘Al mijn schilderijen gaan uiteindelijk over mijzelf. Ook als ik modellen schilder. Je wilt toch bewust of onbewust je eigen verhaal vertellen met je werk.’ Wat je als schilder wilt vertellen, is iets waar je langzamerhand pas achter komt. ‘Het moet om meer gaan dan alleen de techniek. Die techniek moet in dienst staan van het verhaal dat je wil vertellen. Het gaat niet om het maken van mooie plaatjes. Voor mij is er een verschil tussen mooie plaatjes en kunst.’
Maar het verhaal is voor Erie niet belangrijker dan het schilderij zelf. En dan is er nog de kijker, die ruimte moet hebben om zelf te bedenken wat hij erbij voelt of wat hij erin ziet. Het is tweerichtingsverkeer. ‘In mijn werkkamer hingen wat van mijn portretten. Ik weet zelf niet meer wie dat waren, maar de psychologen die op bezoek kwamen hadden vaak een heel idee over de levens van die mensen. Dat vind ik interessant.’
Ik zeg dat ik – als kijker – zijn werk altijd erg herkenbaar vind. Tot mijn verbazing heeft hij dat gevoel zelf helemaal niet en maakt die opmerking hem zelfs een beetje ongemakkelijk. ‘Ik hoor dat wel vaker. Zelfs als ik het idee heb dat ik echt wat anders heb gedaan, zeggen mensen vaak ‘Dat is een echte Erie’. Ik heb geen idee hoe dat komt.’
‘Schilderen is ook helemaal geen rationeel proces. Bedenken wat je wilt maken is maar heel relatief. Het is een proces waarbij ratio, gevoel en intuïtie met elkaar in gesprek zijn en waarbij het bewuste en het onbewuste elkaar afwisselen. Je moet eerst doen, dan kijken en dan pas denken. Je kunt van te voren een rationeel idee hebben, maar gedurende het schilderen moet je reageren op wat er gebeurt en dan kan wat eerst je doel was, uit beeld verdwijnen. Als je ruimte open laat voor wat er spontaan gebeurt, ontstaan de mooiste dingen.’
Toch zie je niet altijd direct welke werken het beste zijn. Erie bewaart daarom alles wat hij maakt minstens een half jaar. Niet nu gelijk al weggooien wat je niet mooi vindt: ‘Je zult zien dat dingen die je mooi vond toen je het schilderde niet per definitie ook na een half jaar nog tot de hoogtepunten behoren en dat sommige werken waar je niet tevreden over was, er nu uitspringen. Je hebt afstand nodig.’
Tijd snel gevuld
Nog een reden waarom ik denk dat het beruchte ‘zwarte gat’ voor Erie vast niet zo diep zal zijn, is zijn voorzitterschap bij De Toets. Bestuurswerk biedt voldoende te doen én een sociaal netwerk. Zelf is hij al sinds 2007 lid omdat je bij De Toets iedere twee weken naar model kunt schilderen. En sinds 2018 dus ook voorzitter.
‘Ik vind het leuk om voorzitter te zijn. Ik had al in mijn hoofd dat ik wellicht na mijn werkzame leven wel ergens een bestuursfunctie zou willen hebben. Het voorzitterschap van De Toets kwam wel wat vroeg, maar toen de vorige voorzitter mij benaderde, heb ik toch ja gezegd. Ze waren al een tijd op zoek en ik vind het verschrikkelijk leuk om samen met anderen zo’n vereniging vorm te geven.’ Daar heeft hij nu voldoende tijd voor. De komende tijd zal hij vooral in de huisvesting van De Toets zijn tanden moeten zetten.
‘Huisvesting is wel een belangrijk probleem. Het is onduidelijk hoe lang de verenging nog gebruik kan maken van het atelier op het terrein van de fraters van Utrecht. De fraters hebben de grond verkocht en het gebouw zal worden gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw. Dus we moeten op zoek naar een nieuw gebouw. Samen met de gemeente wordt er gezocht naar een andere ruimte, maar dat is nog niet zo makkelijk. Zeker ook omdat De Toets een uitgebreid programma heeft.’
Tot slot vraag ik hem naar zijn schilderplannen voor de komende maanden. ‘Ik kan nu gewoon een doek op zetten en er een maand aan werken. Ik werk meestal in acryl, maar ik zou wel weer meer met olieverf willen werken. Misschien ga ik meer series maken. Daar heb ik nu de tijd voor.’
‘In de zomervakantie zag ik in Assen hyperrealistisch werk van Deborah Poynton. Ik ben wel nieuwsgierig naar hoe realistisch ik zelf zou kunnen schilderen. Nu heeft mijn werk een zekere schetsmatigheid.Ik ben benieuwd hoe ver ik kan gaan en wat het me leert.’ Wie weet biedt de nieuwe levensfase Erie zo ook een nieuwe perspectief op zijn schilderen. Ik ben benieuwd!
Tip: Blijf jezelf ontdekken: zoek naar wat je leuk vindt, naar jouw weg. Wees niet bang voor de zoektocht maar blijf oefenen. Het hele leven is een kwestie van oefenen.
Erie Merkus: Life in Perspective, Galerie Gehoorzaal, Vijverhof 1, Den Dolder
27-28 november 2021, Geopend van 12.00 tot 17.00 uur
www.eriemerkus.nl
Bijschriften bij al het werk van Erie dat je op dit blog ziet
(van boven naar beneden en van links naar rechts):
- Anne (2019), acryl
- Chariatiden en Atlanten (2010), acryl
- Portret van Erie voor Sleeper in Metropolis V (2013), foto: Tanja van Heesch
- Saskia (2020), acryl
- Zelfportret (2017), acryl
- Sleeper in Metropolis IV (2013), acryl
- Frank (2021), acryl
- Unlock (2020), acryl
- Veronica (2020), acryl