Dagen van Zand – een inspirerend stripboek
Ik ben nooit echt een striplezer geweest, maar tegenwoordig koop ik wel af en toe een mooi stripboek. Als schrijver én als tekenaar vind ik er inspiratie. Zo las ik onlangs Dagen van zand van Aimee de Jongh over Amerika in de jaren dertig. Een prachtig vormgegeven verhaal met schitterende tekeningen.
Het verhaal gaat over de jonge fotograaf John, die in opdracht van The Farm Security Administration (FSA), een overheidsorganisatie die werd opgezet om armoede op het platteland te bestrijden naar de Dust Bowl wordt gestuurd. Dat is een gebied waar boerenfamilies geplaagd worden door verwoestende stormen van stof en zand. Zijn opdracht is om de dramatische leefomstandigheden van de bewoners vast te leggen.
Er bestaat een indringende foto over deze periode – Migrant mother van Dorothea Lange – die een symbool is geworden voor de Great Depression. Het schijnt een van de meest geproduceerde foto’s aller tijden te zijn. De wanhoop die van haar gezicht spreekt, de kinderen die troost bij haar zoeken: de foto vertelt een verhaal. Maar klopt dit verhaal?
John krijgt een lijstje met onderwerpen die moeten bevestigen hoe zwaar het leven in dat gebied is. Foto’s die zijn organisatie kan gebruiken. Doel: laten zien hoe het leven in de Dust bowl eruit ziet. Maar wel aan de hand van onderwerpen als: hongerige kinderen, weeskinderen, familie die vertrekt, stoffig landschap, verlaten huizen, arme familie zonder eten en water. Ter plekke gaat hij het lijstje aftikken. Maar de vertrekkende familie, die hij fotografeert wil eigenlijk helemaal niet weg en het weeskind blijkt eigenlijk gewoon ouders te hebben.
Het buigen van de waarheid naar de opdracht, zoals hem van te voren is geadviseerd, gaat John steeds meer tegenstaan. Is dit wel het beroep dat hij wil uitoefenen? Een verhaal dat je laat nadenken over hoe bepalend de rol van een fotograaf kan zijn. En over de rol van media in het algemeen.
Verhaal vertellen
Wat ik interessant vind aan strips hoe ze het verhaal vertellen. Als je met vrij weinig tekst en in niet al te veel plaatjes het verhaal gaande wil houden, moet je goed nadenken wat te tekent en hoe. Dat zorgt voor onverwachte standpunten – uitzoomen of juist heel erg inzoomen -die erg effectief blijken om het verhaal te vertellen.
In het begin zie je bijvoorbeeld John met zijn een grote map vol werk onder de arm naar zijn potentiële opdrachtgever rennen. Op de eerste paginagrote tekening zie je maar een deel van hem en tussen zijn benen door een auto die voor hem moet stoppen. Haast! Op de tweede tekening zie je John ver weg als een zwarte schaduw. De tekenaar heeft uitgezoomd op de hele weg vol auto’s, met op de achtergrond het Kapitool (plaatsbepaling!). Daarna zie je alleen zijn rennende benen, de schoenen netjes gepoetst maar oud. Pas op het vierde plaatje zie je eindelijk zijn gezicht. Het wisselen van standpunt maakt erg nieuwsgierig. Je weet al een heleboel.
Ik denk dan: ik zou ook iets veel groters op de voorgrond kunnen tekenen. Mijn standpunt eens heel laag, of juist heel hoog leggen. Maar ook: misschien kan ik in een tekst ook eens proberen om te vertragen door breed te beginnen en dan als een trechter weer bij het onderwerp uit te komen. Zou je met een blog die stijlvorm ook kunnen gebruiken?
Aimee de Jongh tekent dit verhaal met vrij beperkte kleuren. Ze doen wat stoffig aan, alsof ze allemaal een beetje vermengd zijn met zand. Als er een zandstorm losbarst, krijgt alles een oranjegloed. De kleuren passen goed bij haar verhaal. Ook dat vind ik inspirerend. Ik weet hoe belangrijk kleurgebruik is, maar hier zie je het goed toegepast. En nu denk ik: in hoeverre kun je kleurgebruik in een roman een rol laten spelen? Vast meer dan ik tot nu toe heb gedaan. Weer iets om verder over na te denken!
booktrailer
One Comment
chris reinewald
Terwijl ik vroeger veel strips las kost het mij nu meer tijd en inspanning om bijv de nieuwste Asterix te lezen. Hoe zou dat nu komen?
Kijk trouwens eens naar Ludovic Debeurme, Trois Fils, een vrijwel tekstloos Frans “stripboek”
cR