Het goede van een mislukt schilderij
Nog een leuke opdracht van Louise Fletcher: schilder een lelijk schilderij. En nee, het schilderij dat je hiernaast ziet is niet het lelijke schilderij (die heb ik onderaan dit blog verstopt), het is wat ik gemaakt heb op de puinhopen…
Als je aan het schilderen of tekenen bent, heb je vaak al een idee in je hoofd van hoe het moet worden. Vragen als: wordt het wel zoals ik verwacht, wordt het wel goed genoeg, wordt het wel zoals mijn grote voorbeeld, kunnen je in de weg zitten. Het wordt eigenlijk nooit zoals je dacht en dat is super frustrerend en soms ook demotiverend.
Om dat een beetje los te laten is het goed je op het doen te concentreren en het eindresultaat zoveel mogelijk los te laten. En daar komt deze oefening om de hoek kijken. Schilder een lelijk schilderij. Het wordt toch niets, dus waarom stressen?
Hatseflats
Het voelt wel een beetje gek om achter mijn ezel te gaan staan met het idee: ik ga expres iets lelijks maken. Ik probeer niet te veel te definiëren wat ik lelijk vind, maar gewoon maar aan de slag te gaan. Ik moet nog een figuur van de challenge en ik zie dat ik van de afgelopen schilderacties nog veel felrood heb achtergelaten. Blijkbaar is dat niet echt mijn favo kleurtje.
Hatseflats. Kwak dat rood maar op het papier. Het is eigenlijk erg leuk. Het maakt toch niet uit hoe het wordt, dus ik ga heerlijk smeren en met dikke streken aan de slag. Hup een mens, en nog eentje. Oh ja hard groen vind ik ook lelijk of hard geel. Voor ik het weet, is het papier vol. Ik ga het zitten bekijken.
Is dit lelijk? Ik vind het zeker niet mooi. Maar die lijnen die allemaal uitkomen bij de figuren, geeft het wel dynamiek. Kan het niet nog lelijker? Ik merk dat ik weer denk: wat is eigenlijk lelijk? En als ik ga proberen een zo lelijk mogelijk schilderij te maken, ben ik dan niet ook bezig met het eindproduct? Om mezelf niet te veel te laten denken, besluit ik dit niet te bewaren maar eroverheen te schilderen.
Ik wrijf met een doekje alle kleuren door elkaar en het resultaat is een warme gelaagde ondergrond. Dat ziet er te goed uit. Ik abstraheer mijn figuren nog verder, voeg (ook geen favoriet van mij) zwart toe en zomaar random stippen en een lijn in niet passende kleuren. Echt lelijk!!!
Weer veeg ik alles door elkaar. Nu krijg ik een zwartere achtergrond, die ik met het doekje nog wat bewerk zodat hij niet overal hetzelfde oogt. Gedachteloos laat ik mijn penselen een beetje over het doek fladderen, laat de figuren weer ontstaan. Wat vond ik nog meer lelijk? Oranje! Ik voeg wat oranje toe aan mijn zachte figuren. Hoewel ik nu niet echt meer probeer om iets lelijks te maken, wordt dit ook niet mooi. Eigenlijk vind ik het oranje misschien nog wel het leukst (Shocking!) omdat het zo goed afsteekt tegen al dat fletse geneuzel.
Bouwen op de puinhopen
Toen na een paar dagen de verf droog was, begon ik te denken of ik niet kon proberen om er iets mooiers van te maken. Ik dacht: ik kan dit weggooien of nog een keer overschilderen. Ik wil meer contrast, meer body, een tikkeltje oranje en wat van die stralen zoals in de eerste versie. En ik ben aan de slag gegaan. Het resultaat zie je hierboven. Het voelt losser en krachtiger (meer contrastrijk) dan sommige van mijn andere werken.
Het was een heel interessant proces. Ik voelde me vrij om maar wat te proberen, had er lol in én tijdens dat ‘not trying’ heb ik van van alles ontdekt, dat ik heb gebruikt bij versie nummer 4.
3 Comments
Je moeder
Wat een super proces!!
Paul Vermeulen
Ik vind het eindproduct best interessant eigenlijk. Beter dan het begin.
Dana van de buren...
Wat leuk…en mooi en interessant om zo te lezen Ingelies en vooral : wat doe jij ontzettend veel zeg!!!